Bron: Keep it Green
Wie denkt aan het voetbalveld, ziet een elftal in volle glorie, enthousiaste supporters en een strak gazon dat aan een biljartlaken doet denken. Groundkeepers als Eddy van Endert weten dat er, naast het wedstrijdveld, ook A-, B- en C-terreinen te onderhouden zijn. Zomer en winter is een ploeg van zeven man sterk bij KRC Genk verantwoordelijk voor de optimale omstandigheden waarin de eerste ploeg, de beloften en de jeugd voetballen. In deze ‘Greenkeeper aan het woord’ licht Van Endert toe hoe een veld het lot van een club bepaalt.
“Volgens onze sportief directeur is, na de spelers, de grasmat het belangrijkste element in het succes van een voetbalclub. Ik ga natuurlijk akkoord”, lacht Eddy van Endert, greenkeeper bij topploeg KRC Genk. “Een speler die geblesseerd raakt door een oneffenheid kan je het kampioenschap of een lucratieve transfer kosten. Een goede grasmat is niet alleen esthetisch mooi, maar draagt ook bij aan het spel en de gezondheid van je spelers. Zo zet je betere resultaten neer en genereer je een betere doorverkoopwaarde.”
Het belang van een goed onderhouden voetbalveld wint in België terrein. Waar in de Engelse Premier League al decennia op hoog niveau aan groundkeeping wordt gedaan, gaat nu ook in de Jupiler Pro League meer aandacht naar de grasmat. “Dat zie je aan de investeringen van de clubs. Sinds de start van de play-offs is het esthetische belangrijker, want zeker de laatste tien wedstrijden van het seizoen is er heel wat media-aandacht. Daarnaast letten wij vooral op de hardheid, gelijkheid en grip van het veld. Als je spreekt met ex-voetballers, dan merk je hoezeer de standaarden veranderd zijn. Wat twee jaar geleden een prima veld was, is nu ondermaats.”
Ouderwets handwerk
Het beste uit het veld halen, doet Van Endert met een ploeg van zeven. “Samen staan we in voor het wedstrijdveld in Genk, de 2,5 oefenvelden voor de A-ploeg, de 4,5 oefenvelden van onze jeugdploeg, en een extra stadionveld in Geel, waar onze beloften hun wedstrijden spelen. De meeste aandacht gaat natuurlijk naar het wedstrijdveld, waarbij het visuele een rol speelt. Dit veld zien onze supporters natuurlijk live en op televisie.”
Het stadionveld bestaat uit honderd procent Engels raaigras. De trainingsvelden van de A-ploeg uit 85 procent Engels raaigras en 15 procent veldbeemd. Voor de trainingsvelden van de jeugd werd een ratio van 75/25 gekozen. “Ook voor het onderhoud werken we met een getrapt systeem. Op de trainingsvelden van de A-ploeg voeren we elke dag handmatig herstel uit, waarbij we deuken uit de grasmat trekken en kleine gaten bijzaaien. Al krijgen de andere velden evenzeer heel wat aandacht. Van inzaaien, prikken, bezanden tot bemesten gebeurt alles intern. Enkel voor de jaarlijkse zomerrenovatie werken we samen met een externe firma om de toplaag af te frezen, waarna we het gras opnieuw inzaaien.”
Meten is weten
Naast heel wat manueel werk zijn ook data essentieel voor een wuivend grasveld. ‘Meten is weten’ is dan wel een oeroud cliché, het blijft in de grasbusiness een waarheid als een koe. Door stalen te nemen en te testen op ziektes, tekorten en overschotten in de bodem heeft het team van Van Endert controle over het veld. Ook een goede beregening is cruciaal voor een gezonde grasmat. “We beregenen nooit na 10 uur ’s ochtends op het A-veld, om ziektestress te beperken. Met wetting agents wordt vocht beter vastgehouden in de zomer en sneller afgedreven in de winter. Een teveel aan water is even gevaarlijk als een tekort. Daarom renoveren we binnenkort ons laatste voetbalveld en brengen we de drainage daar up-to-date.”