De Drohme golfclub in Ukkel

Bron: GreenTechPower

De Drohme golfclub maakt deel uit van een groter vrijetijds project rond de voormalige renbaan van Bosvoorde. Deze 9-holes is gevestigd in de binnenlus van de renbaan die aan de rand van het Zoniënwoud ligt en tegelijkertijd ook op een boogscheut van het centrum van Brussel. Ondanks de beperkte oppervlakte telt de club zo’n 1.300 leden. Naast de golf op zich willen de promotoren ook talrijke andere activiteiten ontwikkelen binnen deze groene zone. De oude gebouwen van de renbaan werden alvast gerestaureerd. We hadden afgesproken met Vincent Delvaulx, die ondertussen al 17 jaar bij de club werkt.

De eerste stappen om een golfbaan te ontwikkelen op de renbaan van Bosvoorde werden in 1987 ondernomen. Deze sport kende toen een razendsnelle evolutie en er moesten dus dringend een aantal parcours bijkomen in de Brusselse rand. Omdat de plaats beperkt was, werd geopteerd om een 9-holes te bouwen. In de beginperiode waren de paarden nog koning op het terrein en moesten de golfspelers bv. het spel staken als er op de renbaan geracet werd. Dhr. Massion, die aan de wieg stond van het project, heeft het parcours stelselmatig verder aangelegd, telkens met beperkte middelen omdat hij het terrein maar van jaar tot jaar kon huren van de regio. Sinds november 2015 maakt de club deel uit van het overkoepelende project Drohme. Michel Culot, de directeur van Drohme, heeft een huurcontract met een duur van 15 jaar bij het gewest kunnen verkrijgen zodat er nu meer middelen vrijkomen om het parcours verder aan te leggen en het geheel af te werken op middellange termijn.

Een druk bevolkt parcours
Ondanks het feit dat er in de wijde omgeving meerdere golfclubs aanwezig zijn, telt de club toch zo’n 1.300 leden.
Voor een 9-holes met een beperkte oppervlakte betekent het ook een uitdaging van formaat om het parcours te kunnen onderhouden en in goede staat te houden. Bij Drohme werd de nadruk duidelijk gelegd op de golfschool en is de practice dus ruim bemeten en in het centrum van het parcours aangelegd.
Niet minder dan zeven goleraars hebben hun handen vol met opleidingen van zodra de eerste zon begint te schijnen. Destijds heeft de practice gediend als testparcours voor de robotmaaiers van Belrobotics. Vincent: ‘Op 16 jaar tijd is de practice maar één keer met een gewone maaier gemaaid. Het systeem geeft dus voldoening en maakt het mogelijk om de werkdruk te verlagen, wat zeker een troef is omdat deze practice druk bezet is. Tot nu toe worden de golfballetjes nog manueel opgeraapt, maar naar de toekomst toe willen we naar een automatisch systeem overstappen.’

Al 17 jaar in het vak
Vincent heeft naast een graduaat in de tuinbouw ook een specialisatiejaar over het milieu gevolgd in Gembloux. Daarna volgde hij twee jaar golfopleiding in Duinkerken. Vincent: ‘Na mijn studies kreeg ik de gelegenheid om hier testen af te leggen. Uiteindelijk zit ik hier nog altijd. De eerste twee à drie jaar hebben we heel wat werk gehad om het parcours terug in orde te brengen en de bijkomende aanleg tot een goed einde te brengen. Vandaag telt mijn ploeg twee mensen die voltijds met het parcours bezig zijn en een derde helper die een beetje bijspringt waar nodig. Om mijn kennis bij te schaven probeer ik af een toe een vergadering mee te pikken en onderhoud ik anderzijds goede contacten met een paar collega-greenkeepers.
Als we met een bepaald probleem zitten, bellen we elkaar op en zo komen we meestal tot een efciënte oplossing.’ Snel werken om het spel zo weinig mogelijk te hinderen Vincent vervolgt: ‘Wat het machinepark betreft, zijn we goed uitgerust voor een 9-holes. Dat is ook nodig omdat de club heel wat leden telt en we dus genoodzaakt zijn om snel en efciënt te werken. De green- en fairwaymaaiers zijn aangekocht volgens het ‘full service’ principe. Daardoor kunnen we een technieker uitsparen en worden we ook snel geholpen als één van de machines een storing zou kennen. We beschikken sinds kort over twee hybride machines. Omdat de tendens richting zerofytogebruik gaat, leek het ons ook logisch om te investeren in machines die het milieu beter respecteren. We proberen het fytogebruik zoveel mogelijk te beperken en maken ook regelmatig gebruik van ecologische producten of oplossingen. Om de nauwkeurigheid van het spuitwerk nog verder te verhogen werd de spuitmachine, die ook voor vloeibare meststoffen gebruikt wordt, uitgerust met een gps-systeem. De grotere mechanische werkzaamheden zoals bv. het beluchten worden uitbesteed.’

Klassiek onderhoud
Het parcours wordt op een ‘klassieke’ manier onderhouden. Vincent: ‘De greens worden dagelijks gemaaid, de fairways twee keer per week en de roughs om de week. Dit jaar zal er normaal gezien vijf keer doorgezaaid worden. We proberen om de twee weken een lichte bezanding door te voeren. Naar de toekomst toe zou ik de greens om de twee dagen willen maaien, afgewisseld met een rolbeurt. Op dit moment worden enkel de greens beregend. De 40 bunkers van het parcours worden twee à drie keer per week geharkt. Verder proberen we de bestaande bomen optimaal te beheren zodat het parcours aangenaam blijft. Door de jaren heen hebben we ook een aantal ecologische plekken aangelegd rond het terrein. Het zijn stuk voor stuk natuurlijke obstakels en binnen die zones krijgt de natuur de vrije ruimte om zich verder te ontwikkelen.’

Parcours verder aanleggen
Dankzij de Drohme-overkoepeling is het voortaan ook mogelijk om op langere termijn te ondernemen. Vincent: ‘Het is tof om te zien dat de zaken in de goede richting verder evolueren. Voortaan zitten we bv. elke week samen met het secretariaat, de golfleraars, enz… om de wekelijkse planning door te nemen. Wij weten perfect wat er op het terrein zal gebeuren en kunnen dus ons onderhoudswerk beter plannen. Omdat we meer zekerheid hebben, krijgen we ruimte om een aantal andere zaken verder aan te pakken. De nieuwe directie onder de leiding van Pim Bust heeft oog voor details op het parcours en hecht veel belang aan de afwerking. Op die manier zien de spelers dat de zaken in de goede richting evolueren en dat moedigt aan. De fairways werden bv. vergroot om het spel te vergemakkelijken en een betere doorstroming van de spelers te waarborgen. Anderzijds werden synthetische matten voorzien bij de practice en afslagplaatsen. Naar de toekomst toe gaan we de grassoorten blijven aanpassen zodat we de nodige behandelingen zoveel mogelijk kunnen beperken. Preventief gaan we werken met micro-organismen en beluchtingen. De meeste van deze nieuwe technieken staan nog in de kinderschoenen en er zullen nog heel wat praktijktesten moeten uitgevoerd worden vooraleer een ‘standaard-techniek’ kan toegepast worden. Deze vernieuwende aanpak vraagt uiteraard ook meer begrip van de spelers. Ik probeer de greens zo homogeen mogelijk te onderhouden, maar men mag niet vergeten dat we met de natuur werken en het dus steeds noodzakelijk is om alle parameters in vraag te stellen en aan te passen in functie van wat er waargenomen wordt. Net dat maakt onze job uitdagend!’ ■