Bron: Sportvelden.info
Vertegenwoordigers van DLF Zaden en DCM meststoffen hebben Belgische greenkeepers bijgepraat over de diverse grassen en nieuwe ontwikkelingen qua meststoffen. De dag was georganiseerd door de Greenkeepers Association of Belgium.
De groep werd ontvangen op het hoofdkantoor van De Ceuster Meststoffen in Grobbendonk (B).
“Tegen 2050 zijn we met zo’n 9,7 miljard mensen op aarde. Om die allemaal te voeden, zal het belang van hem bodemleven alleen maar toenemen,” zo verklaarde Thijs de Langhe bij zijn inleiding.
Van die 9,7 miljard zal een groot deel ook gaan sporten en, niet in de laatste plaats, gaan golfen. Ook sportvelden en golfbanen zijn daarom gebaat bij een beter bodemleven.
Grassen herkennen
Alvorens De Langhe aan het woord kwam, namen Erik Dolstra en Henri Caenen van DLF Zaden de deelnemers mee langs een groot aantal grassen en daagde hen uit deze te herkennen.
Van elke soort werden de karakteristieken besproken.
“Een nieuw ras ontwikkelen vergt zo’n 17 jaar,” zo zei Dolstra. “we moeten dus heel ver vooruitkijken als we iets nieuws gaan ontwikkelen. Maar de huidige omstandigheden qua klimaat waren 15 jaar geleden niet voorzien.”
Hij wees erop dat grassen voornamelijk twee soorten droogte ervaren: de voorjaarsdroogte waarbij er een tekort aan vocht in de bovenste laag is en de zomerdroogte. In die situatie is doorgaans een vochttekort in alle lagen waardoor het grasplantje wordt blootgesteld aan hitte-stress. Als gevolg daarvan, gaat de plant in de overlevingsmodus.
Daarnaast benadrukte Dolstra da de kwaliteit van beregeningswater ook steeds slechter wordt. Zelfs als er, volumetechnisch, voldoende vocht in de grond is, is het mogelijk dat de grasplant onvoldoende de benodigde stoffen krijgt.
Sturen op weerbaarheid
Juist vanwege deze ontwikkelingen, zet DCM vol in op het boven- en ondergronds sturen van de weerbaarheid. Dat doet het door het gras zowel een directe- als indirecte stimulans te geven.
De Ceuster Meststoffen (DCM) profiteert daarbij van de kennis die het de afgelopen 60 jaar heeft opgedaan. Ooit begon Herman de Ceuster als adviseur voor tomatenkwekers totdat het bedrijf uitgroeide tot één van de grootste spelers qua organische meststoffen ter wereld. Het bedrijf produceert inmiddels jaarlijks zo’n 30.000 ton aan meststoffen.
“Een groot deel daarvan gaat naar Noord-Amerika waar het tekort aan arbeidskrachten een groot probleem is. Gelukkig zien we ook dat een typisch golfland als Schotland, organische meststoffen begint te omarmen om de bodem te versterken. Ik zeg ‘gelukkig’ omdat ze tot dusver daar nog vrij makkelijk naar chemie grijpen,” vertelde Evert Verstreken van DCM.
De DC Group kent 12 bedrijven en zo’n 800 medewerkers. De organische meststoffen worden echter alleen in Grobbendonk geproduceerd. Daarvoor selecteert het uit zo’n 30 verschillende stoffen die het betrekt bij meerdere leveranciers in een straal van 80 km van Grobbendonk.
Sommige van de producten zijn, in feite, een afvalproduct uit een andere productie.
“Die grondstoffen worden eerst vermalen en daarna voorgemengd. Uiteindelijk bevat 1 mg meer dan 20 verschillende kwaliteitsgrondstoffen. Elke granule bevat exact dezelfde en dezelfde hoeveelheid grondstof.” In het geval van de Minigran technologie, werken de stoffen zo’n 75 tot 100 dagen.
“Door nieuwe grondstoffen te gebruiken, bereiken we een betere, geleidelijkere gift,” zo benadrukte Verstreken.
Het proces in Grobbendonk kent zelf géén afvalstromen.
Met 25 deelnemers was de groep maximaal gevuld. Het volgende evenement van de Greenkeepers Association of Belgium staat gepland voor dinsdag 5 maart bij Royal Golf Club Belgium in Ravenstein.
Op 28 maart organiseert de Greenkeepers Association of Belgium een evenement waar greenkeepers uit de golfwereld samenkomen met groundsman uit het Belgisch betaald voetbal. Dat evenement zal plaatsvinden bij Club Brugge.