Er zijn geen uniforme regels voor beluchten en bezanden

Bron: Greenkeeper.nl

‘Wees flexibel in je benadering van de golfbaan’

Veel golfers vinden het vervelend als werkzaamheden als beluchten en bezanden plaatsvinden op hun baan terwijl zij een balletje slaan. Maar vanwege de langetermijnkwaliteit van de banen is het een klus die niet overgeslagen mag worden door greenkeepers. Het is een arbeidsintensief karwei. De redactie van Greenkeeper belde een aantal greenkeepers om nog eens te horen hoe zij deze taken uitvoeren.

Bezanden en beluchten tijdens het groeiseizoen heeft als voordeel dat het gras sneller herstelt van deze ingreep. Voor de gezondheid van het gras en het tegengaan van schimmels en andere ziekten zijn het noodzakelijke ingrepen. Zo kan er meer zuurstof in de bodem komen en kan de grasmat het water makkelijker verwerken doordat bodemverdichting wordt tegengegaan. Bodemverdichting ontstaat onder andere door het bespelen van het terrein en het berijden met buggy’s en onderhoudsmachines. Dit proces gaat nog sneller na regenval en in natte periodes.
Het weer, het bodemtype, de behoefte van het gras en het wedstrijdschema zijn factoren die bepalen wanneer er bezand en belucht moet worden. Er zijn daarom ook geen uniforme regels voor het moment dat het moet gebeuren.

Tonnen zand
André van der Woude van de Veluwse Golfclub gebruikt jaarlijks tonnen zand en heeft dit jaar voor het eerst in zijn carrière al in februari een keer kunnen bezanden. ‘Het was toen heel mooi weer en ik wilde de harde laag doorbreken die op de bodem ontstaan was.’ Hij hanteert als stelregel dat je het gras moet bezanden zolang het gras het zand absorbeert. In de praktijk betekent dit dat hij tijdens het groeiseizoen bijna wekelijks zand uitstrooit en één keer per maand prikt om te beluchten.
Aangezien hij werkt op een baan met een bodem die al veel zand bevat, hoeft het zand niet heel diep te komen. Voor het beluchten kiest hij wel altijd voor de maximale diepte met de massieve 8 millimeterpennen om graswortels de ruimte te geven om diep te wortelen, waardoor hij in droge periodes minder water hoeft te geven.

‘Je moet proberen in de pas te lopen met de natuur’

Als de inlandse eiken op de baan gaan uitlopen, is dat voor Van der Woude het sein dat het tijd wordt om te starten met het wekelijks bezanden. ‘Je moet namelijk proberen in de pas te lopen met de natuur. Als je dat niet doet, bezorg je het gras te veel stress en verhoog je juist het risico op ziektes. En als je kunstmest strooit, moet je wachten met bezanden tot het is aangeslagen.’
Als Van der Woude weet dat het een zonnige dag wordt, strooit hij het zand al op de dauw, om het vervolgens met een metalen sleepnet te verdelen. ‘Het voordeel is dat de dauw sneller weg is en de greens een stuk sneller worden. Het wordt dan zo glad als een biljartlaken.’

‘Het kost tijd, maar het is wel essentieel voor een goede grasmat’

Leon van Dijk
Leon van Dijk is hoofdgreenkeeper op Golfclub Kleiburg en coördinator van drie andere golfbanen die bij Oosthoek in onderhoud zijn. Om alle greens op deze golfbanen te prikken, zijn de greenkeepers van Oosthoek wel twee dagen bezig. ‘Het kost tijd, maar het is wel essentieel voor een goede grasmat’, vertelt Van Dijk. Bij de eerste prikronde na de wintermaanden gebruikt hij de langzame Verti Drain met pennen die tot 25 centimeter diepte reiken. ‘Het was een natte winter en het was ook heel druk op de golfbanen. Het is dan nodig om de verdichting goed los te maken. Daarnaast creëer je zo ook ruimte voor wortelgroei in het voorjaar.’
Van Dijk: ‘Als ik de holle pennen prik, moeten de gaten met zand gevuld worden. Ik prik altijd eerst, ruim dan de proppen op en strooi er vervolgens zand over. Het kan ook andersom, dus eerst bezanden en dan prikken. Het voordeel van die volgorde is dat er geen spoorvorming ontstaat.’

Timing
De timing van de werkzaamheden wordt volgens Van Dijk voor greenkeepers wel steeds lastiger, doordat de seizoenen lijken te verschuiven en weertypen minder voorspelbaar zijn. ‘Het is niet makkelijk dit jaar. Door het koude weer was er nog weinig groei, waardoor de gaatjes nu nog steeds aanwezig zijn’, zegt hij op de eerste dag van april. Bemesten doet hij dit jaar daarom ook nog niet in maart, maar later. ‘Ik moet er nog niet aan denken, ook vanwege de hoge prijzen natuurlijk. We moeten nog even geduld hebben.’
Gedurende het seizoen bezandt hij het liefst elke drie tot vier weken. ‘Ik doe het liever vaker met iets minder zand. Zo krijg je een mooi dun laagje dat zorgt voor een stabiele mat en de spelers hebben er geen last van.’ De frequentie is uiteraard ook afhankelijk van het beschikbare budget. Indien er minder geld is, zal het bezanden ook minder vaak kunnen plaatsvinden.
De meeste greens hebben tegenwoordige een zodanige opbouw dat ze al vrij droog zijn. Bij fairways is de ondergrond meer bepalend voor de hoeveelheid zand. Eentje met een vettige en natte kleilaag zal bijvoorbeeld meer zand nodig hebben.

Ben Hooper
Regenwormen
Oud-Greenkeeper of the Year Ben Hooper heeft op zijn thuisbasis De Palingbeek te maken met leemachtige kleigrond. Dit betekent nat in de winter, droog in de zomer. Hooper moet veel bezanden om een nieuw bodemprofiel te creëren waarbij water makkelijker door de toplaag van de klei kan komen. ‘Ik heb erg veel last van uitwerpselen van regenwormen. Dat probleem hoop ik terug te brengen door te bezanden.’ Daarnaast is het zand goed voor de ontwikkeling van het zwenkgras dat hij heeft doorgezaaid. ‘De verdichting was en is nog steeds veel groter dan ik wil, maar het is een geleidelijk proces, dat tijd kost om op orde te brengen.’
Meer bezanden dan een grasmat aankan, is volgens hem niet slim. Het kan leiden tot onnodige schade aan machines en de messen bot maken. Hooper: ‘Botte messen snijden het gras niet, maar scheuren het. Gescheurd gras is weer vatbaarder voor ziektes.’

Voorkomen
Beluchten heeft Hooper niet meer gedaan tussen eind september en begin maart. Dit heeft volgens hem geleid tot een betere weerstand van het gras tegen ziektes. Hij gebruikt nu al anderhalf jaar geen fungiciden meer op De Palingbeek en probeert te voorkomen dat er een omgeving ontstaat waarin schimmels zich wel kunnen ontwikkelen. Hij meent dat het bespuiten van greens in tijden van hoge ziektedruk de plant alleen maar verzwakt.

‘Wees niet bang om je oorspronkelijke plan te veranderen’

Hooper denkt dat sommige greenkeepers steeds vroeger in het jaar beginnen met beluchten, omdat golfers niet willen dat hun speelseizoen onderbroken wordt. ‘Ik weet dat dit voor sommige golfbanen goed heeft gewerkt, maar als de weersomstandigheden plotseling veranderen, heeft de grasplant het moeilijk om te herstellen en kan hij kwetsbaarder zijn voor ziekten.’ Zelf kiest hij liever voor zo laat mogelijk groot onderhoud, omdat het herstel dan sneller gaat door betere weersomstandigheden. In zijn werkgebied West-België zijn maart en begin april gewoonlijk te droog en koud.
Zijn gouden tip voor collega-greenkeepers: ‘Maak een plan van wat je wilt doen en gedaan wilt krijgen op de baan, maar wees niet bang om je oorspronkelijke plan te veranderen als het weer dat voorschrijft. Wees flexibel in je benadering van de golfbaan.’