Bron: GreenTechPower
Met deze rubriek willen we weg van de trend om te klagen dat we in de groensector geen personeel vinden of dat mensen die bij ons zijn opgeleid naar andere sectoren gaan. Deze keer stellen we je Gaëtan Lits voor, die hoofdgreenkeeper is op de golfbaan van Bois d’Arlon, een gloednieuwe golfclub in een groene omgeving van niet minder dan 220 hectare in Aarlen.
Naam: Gaëtan Lits
Woonplaats: Aarlen
Leeftijd: 32 jaar
Werkgever: Golf du Bois d’Arlon
In dienst: Sinds januari 2022
Studies: Bachelor in de landbouw en specialisatie in landschapsarchitectuur en parken & tuinen bij de ISIa in Gembloux
GreenTechPower: ‘Wat houdt je job in?’
Gaëtan Lits: ‘Als hoofdgreenkeeper ben ik verantwoordelijk voor het onderhoud van de baan en het aansturen van de onderhoudsploeg. Dat is verder uitgebreid naar budgetplanning en het milieuaspect rond het parcours. Concreet volg ik de dagelijkse werking op het terrein op en plan ik ook wat er op langere termijn moet gebeuren. Met het zerofytogebeuren is ook het communicatieaspect naar leden en golfers van groot belang geworden. We moeten voortdurend uitleggen wat we doen en waarom. De meeste spelers hebben er begrip voor, al hebben we het moeilijker met de ‘buitenlanders’ die komen spelen en gewend zijn aan banen waar fyto’s nog wel toegestaan zijn.’
‘Begin 2022 ging ik de uitdaging van het Bois d’Arlon aan, wat geen gemakkelijke taak was. Het was noodzakelijk om samen met de architect en het bouwbedrijf toezicht te houden op de werf, maar ook om het parcours voor te bereiden, de machinevereisten te bepalen en een team samen te stellen en op te leiden. We zijn nu met veertien mensen. Naast mijn assistent bestaat het team uit twee techniekers, negen greenkeepers en een jongen op leercontract.’
GTP: ‘Waarom heb je voor deze job gekozen?’
Gaëtan: ‘Na een eerste ervaring als assistent-greenkeeper in Hulencourt wilde ik uit mijn comfortzone stappen en een nieuwe uitdaging aangaan. Dus solliciteerde ik bij het Bois d’Arlon, dat een unieke kans bood in België. Het monitoren en begeleiden van de aanleg van een 27-holesbaan is immers niet aan iedereen gegeven. Ik werd aangenomen en om deze grote uitdaging aan te gaan, moest ik vanaf een wit blad beginnen en daardoor een volledig nieuw parcours leren kennen en onder de knie krijgen. Het is een uitdaging die veel voldoening geeft, al vraag ik me ‘s nachts nog wel eens af of we de kleinste details wel kunnen finetunen zoals we zouden willen. Maar ik heb het geluk dat ik omringd ben door een sterk gemotiveerd team.’
GTP: ‘Wat zijn de leukste dingen binnen je job?’
Gaëtan: ‘Voor mij is het in de eerste plaats de mogelijkheid om een ongelooflijke natuurlijke ruimte vorm te geven en te onderhouden, om buiten te werken en om dag in dag uit de resultaten van je werk te zien. Ik waardeer het ook bijzonder om in een klimaat van vertrouwen te werken, zowel met het management als met mijn eigen team. Dat maakt mijn werk een stukje makkelijker. Het geeft des te meer voldoening als je de kans krijgt om te werken met een team dat steeds competenter wordt en elke dag het beste van zichzelf geeft. Dat maakt het de moeite waard, en je wordt constant uitgedaagd om het parcours te allen tijde in optimale conditie te houden. Ook al betekent dat af en toe stressvolle momenten.’
‘Ten slotte vind ik het heel belangrijk om de opgedane kennis door te kunnen geven aan jongeren. Ik heb het geluk dat ik een gemotiveerde zestienjarige leerling heb die het vak wilt leren kennen en ik ben blij om te zien hoe hij er elke week op vooruitgaat.’
GTP: ‘En de minder leuke?’
Gaëtan: ‘Bij elke job komen minder leuke dingen kijken. Toen ik net begon, bracht ik al mijn dagen door op het parcours. Nu omvat mijn functie ook een administratief gedeelte. Ik moet zoveel mogelijk anticiperen, of het nu gaat om het bestellen van zaden of meststoffen of het voorbereiden van evenementen, terwijl het weer een sterke invloed heeft op de planning. Zo kan ik ‘s avonds taken plannen voor mijn hele team, en moet ik de volgende ochtend het schema verplicht aanpassen omdat het weer bepaalde werkzaamheden niet toelaat.’
‘Als jonge teamverantwoordelijke is het niet altijd even makkelijk om iedereen in dezelfde richting mee te krijgen. Ik heb op verschillende plaatsen in België en in het buitenland als greenkeeper gewerkt, en toch wordt er soms niet naar mijn advies geluisterd, ook al is het elders al beleefd en ervaren.’
GTP: ‘Wat zou je doen indien je deze job niet deed?’
Gaëtan: ‘Ik heb mezelf deze vraag al meerdere keren gesteld en eerlijk gezegd heb ik niet echt een idee. Het beroep van greenkeeper is een beetje gek en de toewijding aan een project als het Bois d’Arlon impliceert dat je veel moet opofferen om succes te hebben. Maar met de nodige dosis passie is niets onmogelijk. Naast de connectie met de natuur ben ik erg gepassioneerd door koken. Als ik ooit de greens zou verlaten, dan zou ik mezelf misschien wel in de keuken van een tof restaurant kunnen zien.’
GTP: ‘Wat is je grootste droom?’
Gaëtan: ‘Mijn grootste professionele droom zou zijn om ooit deel te nemen aan de organisatie van de Ryder Cup, of dat nu in Europa of in de Verenigde Staten is. Dit jaar gaat wel een andere professionele droom in vervulling. Ik ben immers vrijwilliger om deel te nemen aan de organisatie van de Olympische Spelen in Parijs. Gedurende 2,5 weken zal ik het parcours van Le Golf National in Parijs voorbereiden voor de Olympische evenementen. Ik kijk er nu al naar uit.’
GTP: ‘Wat zou je aanraden aan anderen die in de sector willen beginnen of doorgroeien?’
Gaëtan: ‘Dat is best een moeilijke vraag, want er bestaat helaas geen officiële opleiding in Wallonië. De ‘Mission Wallonne des Secteurs Verts’ heeft een tijdje een opleiding tot greenkeeper aangeboden, maar deze is intussen uit het programma gehaald. Ik denk dat het het meest aangewezen is om te beginnen met tuinbouw op de middelbare school of als bachelor, of zelfs om daarna bio-ingenieur te worden. Ook in Frankrijk, zoals bij de CFPPA in Duinkerke, of in Nederland worden verschillende specifieke opleidingen aangeboden. In grote lijnen is onze job sterk geëvolueerd met de komst van de zerofytowetgeving in 2018. Het is allemaal iets complexer geworden. Je moet dagelijks waakzaam blijven, weten welke oplossingen je moet inzetten en snel ingrijpen bij een probleem, terwijl je altijd alert moet blijven voor de weersomstandigheden.’