Bron: Keep it Green
Over misvattingen en vooroordelen
Golf en natuur zitten beslist op dezelfde golflengte. Voor sommigen lijkt dit op het eerste gezicht misschien (nog) niet zo, maar we tonen graag aan dat natuurbehoud en golf hand in hand gaan.
Lange tijd heerste de foute opvatting dat golfterreinen de natuur zouden schaden, evenals het idee dat golf een zondags tijdverdrijf is dat maar weinigen zich kunnen permitteren. Dit zijn voornamelijk misvattingen die op vooroordelen en verkeerde informatie berusten.
Golf is populairder dan ooit tevoren. Momenteel telt Vlaanderen al meer dan 50.000 golfspelers, allen aangesloten bij een van de 55 golfclubs in Vlaanderen en Brussel, verspreid over 10 golfscholen (gemiddeld 15 ha elk), 18 golfbanen met 9 holes (gemiddeld 20 tot 30 ha elk), en 27 golfbanen met 18 holes of meer (gemiddeld 50 tot 70 ha elk).
Tees, greens, fairways, roughs en ‘zones buiten het spel’
Terwijl in de jaren ’70 en ’80 Amerika met zijn uiterst verzorgde terreinen centraal stond, zijn we vandaag geëvolueerd naar natuurlijke banen zoals die vooral in Schotland zijn ontstaan. Deze banen zijn rijker aan weinig bespeelde zones en ‘zones buiten spel’ en bieden automatisch meer kansen aan natuurontwikkeling. Van de gemiddeld 60 ha grote golfbanen in België manifesteert doorgaans de helft zich als ‘zones buiten spel’. De rest bestaat uit de bespeelde zones: de afslagzones, de greens, de fairways. Vooral de zones buiten spel en roughs bieden grote mogelijkheden aan natuur- en landschapsbeheer.
Al meer dan 100 jaar hand in hand met de natuur
Golf gaat al meer dan honderd jaar verantwoord om met natuur en open ruimte. Bewijs daarvan leveren bijvoorbeeld de verschillende zeldzame vegetatietypes die op golfbanen voorkomen. Voor de mens werkt de aanwezigheid van open groene ruimtes immers alleen maar stressverminderend en rustgevend. In de gezonde buitenlucht een balletje slaan en genieten van een rustige omgeving rijk aan fauna en flora is een van de beste remedies tegen de jachtige run van het dagelijkse leven.
Maar er is meer. Golfterreinen kunnen perfect functioneren als bufferzones of ecologische verbindingszones tussen woon- en landbouw- of natuurgebieden. Vaak krijgen onaantrekkelijke overgangsgebieden op deze manier een nieuwe bestemming, en kan er zich zo een stukje ‘nieuwe natuur’ vormen. Bijvoorbeeld zijn voormalige stortplaatsen vervangen door open groene ruimte, wat aantoont dat een strategie van goede ruimtelijke ordening en de aanwezige ecologische waarden een win-winsituatie is.
Bij het onderhoud van de bespeelde zones binnen een golfterrein komen verschillende aspecten aan bod: water, bemesting, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en maairegime. Essentieel bij het succesvol beheer van een golfterrein is het zogenaamde ‘geïntegreerd beheer’, waarbij naar een optimale bodem wordt gestreefd. De golfsport vereist op sommige plaatsen ook intensieve verzorging van de greens en tees in functie van de specifieke golftechnische kwaliteiten, zoals grassoorten en maaihoogte, zodat bijvoorbeeld de balsnelheid niet negatief wordt beïnvloed.
Het grote oppervlakteaandeel ‘buiten de spelzone’ opent heel wat mogelijkheden voor natuurontwikkeling en landschapsbeheer. Niet alleen kan men op een golfterrein heel wat plant- en diersoorten vinden, ook de diversiteit in bodembestemming is niet onbelangrijk (grasland, bos, hagen, poelen, etc.).
Natuurelementen zijn voor het golfspel belangrijke oriëntatiepunten en ze geven de baan een duidelijke structuur. Daarnaast zijn ze de fundamenten voor fauna en flora. Door inheemse soorten te bevorderen op de daarvoor geschikte plaatsen, kunnen natuurwaarden nog worden verhoogd. Ten slotte verhogen ze natuurlijk de algemene belevingswaarde voor de golfer. Hier raakt men hét punt van overeenkomst tussen golf(er) en natuur!
Wetenschappelijk onderzoek, begeleiding, educatie en monitoring hebben ertoe geleid dat de effecten van het onderhoud van een golfbaan voor het milieu minimaal zijn. Greens en tees beslaan op zich reeds de kleinste oppervlakten binnen een golfterrein (minder dan 1 ha). Dankzij het inzaaien van de nieuwste grassoorten en het specifieke onderhoudsprogramma uitgevoerd door de greenkeepers, wordt de noodzaak tot gebruik van producten tot een strikt minimum beperkt. Vergeleken met gemiddelde waarden voor de landbouw in België, verbruikt een golfterrein 7 keer minder nitraten en 4 keer minder fosfaten als bemesting op eenzelfde oppervlakte.
Dit is het resultaat van een beleid dat de meest moderne middelen met een hoogstaande educatie van het terreinpersoneel combineert. Professionaliteit en efficiëntie zijn hier de kernwoorden.
Conclusie: Natuur en golf voor iedereen!
Vandaag is golf geëvolueerd tot een gezonde sport in de natuur. Op een rondje van ongeveer 18 holes heeft de golfer meer dan 8 kilometer gewandeld en moest hij zich gedurende 4 uur concentreren om de bal met precisie – en liefst met zo weinig mogelijk slagen – naar de ‘hole’ te spelen.
Elke golfer kan zijn of haar steentje bijdragen en de greenkeepers helpen bij hun fantastische werk om steeds opnieuw een mooie golfbaan te voorzien voor ons.
Filmpjes Samen zorgen we voor de baan!
Onder het motto ‘samen zorgen we voor de baan’, kan je als golfer met een kleine inspanning een groot verschil betekenen voor de golfclub, de medespelers en natuur!
Wij maakten een leuke affiche en enkele filmpjes over:
• Hoe herstel je correct een pitch mark?
• Hoe leg ik correct een divot terug?
• Waar mag ik rijden met mijn buggy?
• Wat moet ik doen als er greenkeepers op de baan aan het werk zijn?
• Hoe hark ik correct een bunker?
• Wanneer roep ik fore?