Bron: Vakblad Greenkeeper
‘Toen ik een jaar of tien was, wist ik: ik word greenkeeper’
Greenkeeper of the Year-genomineerde Gaetan Lits is superintendent op waarschijnlijk het meest prestigieuze golfproject van de afgelopen tien jaar in de Benelux: Golf Bois d’Arlon. Superintendent Lits blijft opvallend nuchter onder de druk die daarmee samenhangt. Het belangrijkste bij de doorontwikkeling van de baan op dit moment is geduld.
De nieuwe golfbaan ligt in een fabuleuze omgeving. Uw redacteur is in drie uur tijd vanuit Nederland naar Arlon – oftewel in goed Nederlands Aarlen – gereden. Een klein stadje op een paar steenworpen afstand van Luxemburg, maar verder niets dan glooiende bossen in beginnende herfstkleuren en vooral heel veel stilte. In Luxemburg ligt ook meteen een deel van de ontstaansgeschiedenis van de baan. De Luxemburgse ondernemer Roby Schintgen maakte carrière als projectontwikkelaar in dit kleine, maar economisch zeer belangrijke hertogdom. Hij investeerde zijn vermogen in een 220 hectare groot golfproject, met op dit moment twee golfbanen: een negen-holesparkbaan, die is ontworpen door golfarchitect Jonathan Davison, en een achttien-holes heathland-baan van de hand van golfarchitect Stuart Hallet. De negen-holesparkbaan was oorspronkelijk ontworpen als achttien holes, maar vanwege issues tijdens de planningsfase moest de parkbaan krimpen naar negen holes.
Jeugddroom
In 2011 kocht ondernemer Schintgen – toen al op gevorderde leeftijd – 220 hectare bos en hei. Sindsdien is hij dagelijks betrokken bij wat hij in een online interview zijn jeugddroom noemt. Gaetan Lits zegt over de samenwerking met de eigenaar van het golfresort: ‘Hij is bijna dagelijks aanwezig en heeft heel veel ideeën die hij wil realiseren, maar gelukkig heeft hij ook vertrouwen in wat wij als greenkeepers doen. Zo worden onze greens op dit moment op 4 mm gemaaid. Volgend jaar wil ik korter gaan maaien, maar nu is dat nog niet verstandig.’
Ergens in de grote hallen staat één verdwaalde Smithco-bunkerhark – met een Toro-vlag erop bevestigd
Superlatieven
Als je even met Lits over de baan hebt gelopen, of in ons geval met de Clubcar eroverheen gereden, heb je veel superlatieven nodig om te beschrijven wat je hebt gezien. Veel dingen op de baan zijn van de categorie groot, groter, grootst. Centraal op de golfbaan staat bijvoorbeeld een hotel met 64 viersterrenkamers, inclusief een eigen wellness. Een ander superlatief heeft betrekking op de machineloods. Die bestaat uit vijf aan elkaar geschakelde schuren, met daarin een werkruimte voor de twee fulltime mecaniciens, en een zesde nieuw opgetrokken schuur voor de Toro-vloot. Ook het voor 99 procent exclusief uit Toro’s bestaande machinepark dwingt ontzag af. Ergens in de grote hallen staat zegge en schrijve één verdwaalde Smithco-bunkerhark, waar dan weer bijna pesterig een Toro-vlag op bevestigd zit. En dan is er de 5 hectare grote drivingrange, compleet met range technology van Trackman en een Drop-pit-ballmanagementsysteem van het Belgische bedrijf VDB Technics.
Drie jaar
In januari is Gaëtan Lits drie jaar betrokken bij het project. Met zijn 33 jaar is hij natuurlijk nog piepjong voor een dergelijke prestigieuze baan. Vóór Golf Bois d’Arlon werkte hij onder andere bij Golf Louvain-la-Neuve, vlak bij Leuven, en daarna ook drie jaar bij Hulencourt in de buurt van Nijvel. Het zaadje van Lits’ greenkeeperscarrière werd al veel eerder bij hem geplant, toen hij tien of elf jaar oud was. De kleine Gaëtan ging met pa en moe naar de Brusselse Drohme Golf Club en zag daar Vincent Delvaulx aan het werk. Vanaf dat moment wist hij: ik word greenkeeper. Die toevallige ontmoeting op de golfbaan groeide uit tot een hechte vriendschap. Zo is Lits peetvader van de kinderen van Delvaulx. Lits beseft zelf ook dat het bijzonder is om al op zo’n jonge leeftijd je levensbestemming en passie te vinden.
Golf Link
Lits is dus pas drie jaar betrokken bij de baan. Acht maanden voor hem begon het Ierse bedrijf Golf Link er. Toen Lits er kwam, had Golf Link al een bescheiden basis gelegd voor de golfbaan. Dit bedrijf startte in 2021 met de aanleg van de baan. Het is overbodig om te zeggen dat dit een extreem dure aangelegenheid was, maar dat wil volgens Lits niet zeggen dat er geld werd verspild. Zo zijn alle greens opgebouwd met zand dat van het eigen terrein komt. Lits daarover: ‘Je kunt de golfbaan grofweg in twee gedeeltes hakken. Het ene gedeelte is overwegend klei, het andere overwegend zand. Wat we hebben gedaan, is zand van de ene kant van de baan naar de andere kant brengen en klei vice versa. Dat was enorm veel grondverzet, maar daarmee hebben we wel veel geld bespaard op de aankoop van toplagen. Het enige nadeel is dat het gebruikte zand toch iets te veel fijne fractie klei bevat. Daardoor is de toplaag van de greens niet stabiel genoeg om er met bepaalde machines overheen te rijden. Dat proberen de greenkeepers van Bois d’Arlon op te lossen door met 18 millimeter dikke holle pennen te prikken, en deze gaten op te vullen met grof zand met een fractie van 0,3 tot 1,6 millimeter.’ Volgens Lits is het de bedoeling dat ze dit de komende jaren twee keer per jaar gaan doen. ‘De voorlopige resultaten van deze bewerking zijn veelbelovend.’
Grow-in fase
Golf Bois d’Arlon had de afgelopen periode te maken met een relatief lange grow-in-fase, die ongeveer twee jaar duurde. In april 2022 werd de negen-holesparkbaan ingezaaid en in oktober 2022 de heathland. Lits zegt hierover: ‘In 2022 hadden we veel last van droogte, en het jaar daarna van te veel water. Eigenlijk was het de bedoeling om al in 2023 open te gaan, maar in overleg met de eigenaar is dat doorgeschoven naar 2024. In juni van dit jaar ging de volledige baan open voor leden en greenfeegolfers. Alleen de leden van de golfbaan mochten in februari 2024 al op de parkbaan spelen.’
Hoveniers
Gaëtan Lits heeft op dit moment een team dat bestaat uit 14 mensen, waaronder hijzelf en zijn tweede man Olivier Campbell. Lits: ‘Zo’n beetje iedereen in het team heeft een achtergrond als hovenier. Alleen Olivier en ik hebben eerder als greenkeeper gewerkt. Voor mij geldt dat ik een bachelor horticulture heb gedaan bij het Institut Technique Horticole de Gembloux‘ Volgens Lits is het ontbreken van een greenkeepersachtergrond geen onoverkomelijk probleem. ‘Olivier Campbell en ikzelf proberen het team gedurende het werk bij te scholen. En voor de rest geldt: we doen het vooral met zijn allen. Ieder weekend zijn er drie mensen die weekenddienst draaien, bijvoorbeeld om de greens te maaien en voor ander voorkomend werk. Iedereen moet daaraan meedoen, ook de mecaniciens. Per persoon is het gelukkig maar één keer per maand. In de beginfase van de golfbaan was dat wel anders. De eerste twee jaar heb ik enorm hard gewerkt, eigenlijk zeven dagen per week. Dat voelde niet verkeerd, omdat dit mijn passie is. Gelukkig is het wat relaxter geworden nu de baan is geopend. Dat betekent dat ik een normale werk-privébalans heb. Ik woon samen met mijn vriendin in een huis op de golfbaan. Zij heeft ook een drukke baan, dus ze kan ermee omgaan dat ik veel aan het werk ben.’ Volgens Lits is het onvermijdelijk dat je er vol voor gaat bij een project als Golf Bois d’Arlon; anders kan het niet. Het is ook een absolute must dat je op de golfbaan woont en er als het ware bovenop zit.
‘Heel simpel: zéro-phyto is de toekomst van greenkeeping’
Zéro-phyto
Nederlandse greenkeepers scheppen weleens op over hun voorsprong als het gaat om vermindering van gewasbescherming. Dan wordt er soms meewarig gekeken naar Belgische collega’s, die het niet zo nauw zouden nemen. Maar de feiten zijn anders. Op dit moment kent Wallonië voor golf een strikt non-chemiebeleid, of zoals ze in het Frans zeggen: zéro-phyto. Voor Lits is dat geen probleem. ‘Dat is heel simpel de toekomst van greenkeeping.’ Dit geldt overigens niet alleen in Wallonië. Ook in Frankrijk is het gebruik van chemische gewasbescherming met ingang van januari 2025 totaal verboden. Vlaanderen kent nog een beperkt aantal uitzonderingen voor chemische bestrijding. Lits: ‘We hebben geen keuze, maar het betekent wel dat ons vak moeilijker is geworden. We hebben nu bijvoorbeeld wat beginnende klaver in de fairways. Ik vind het nog niet echt een probleem, maar stel dat het erger wordt. Dan kan ik dat natuurlijk oplossen door meer meststof te geven, maar daarbij moet ik wel een balans houden, want ik wil ook geen stikstof laten uitspoelen naar het grondwater. Tel daarbij op de klimaatverandering, met langere periodes van heel veel of juist heel weinig water. Dan kun je alleen maar concluderen dat het vak van greenkeeper uitdagender aan het worden is.’
‘Ook omdat wij geen chemie mogen gebruiken, is het belangrijk dat er zo veel mogelijk bodemleven in de toplaag zit’
Water
Bij Golf Bois d’Arlon is het niet toegestaan om water op te pompen voor beregening. Dat betekent dat er beregend moet worden met water uit een aantal natuurlijke vijvers die op het resort aanwezig zijn. Het komt erop neer dat al het water dat op de baan valt, al dan niet via het drainagesysteem, wordt verzameld in een viertal vijvers met een totale inhoud van 120.000 kubieke meter. Alle vijvers zijn met elkaar verbonden. Een pomphuis bij de centrale vijver bij het clubhuis stuurt vervolgens alle 1600 sprinklers aan. Lits: ‘Dit jaar, met overvloedige regenval, ging dat natuurlijk goed. In totaal hebben we in 2024 55.000 kubieke meter water gebruikt voor beregening. Maar in een droog seizoen – en dat komt onherroepelijk – is 55.000 kubieke meter niet heel veel; dan beregen ik makkelijk drie of vier keer zo veel. Stel dat er in de zomer een lange droge periode is, dan moet ik tijdig de beregening van de fairways afschakelen; anders kom ik in de problemen en heb ik geen water meer voor de greens.’
Life on the greens
Lits: ‘Onze greens zijn opgebouwd uit 100 procent puur zand, dat op de golfbaan is gewonnen. Ook omdat wij geen chemie mogen gebruiken, is het belangrijk dat er zo veel mogelijk bodemleven in de toplaag zit. Dat bereiken wij door het toevoegen van Trichoderma en Bacillus subtilis. Toen ik hier net begon, heb ik tegen de eigenaar gezegd: Er zijn heel veel dingen die ik kan en weet, maar ik heb wel een consultant nodig die mij ondersteunt. Dat is Michel Poncelet geworden. Hij heeft mij gedurende de hele aanlegperiode wekelijks ondersteund en adviezen gegeven. Inmiddels zijn de meeste beslissingen genomen en komt hij wat minder vaak.’