Mijn FEGGA-stage: ervaringen en bedenkingen (door Gilles)

Sinds enkele weken heb ik mijn werk op Rinkven golfclub heropgenomen, na zes maanden in Zweden verbleven te hebben voor het FEGGA greenkeeping scholarship programme. Deze stage vond plaats op Kristianstads Golfklubb, die dit jaar de award “Sweden’s Best Golf Course” heeft binnengehaald. Als volledige leek heb ik in deze korte periode een bijzondere hoeveelheid praktische ervaring opgedaan, zowel rond regulier beheer van het golfterrein als rond toernooivoorbereiding. Ook vergaarde ik een pak kennis over een brede waaier aan golf-gerelateerde topics zoals bodembiochemie en fysiologie, technologie en machines, management, irrigatie en water… evenals innovaties die de toekomst van greenkeeping zullen bepalen. Maar ook over zeer evidente onderwerpen, bijvoorbeeld het groeien van gras, heb ik een hoop bijgeleerd.

Grassen-experiment

Het groeien van gras is één van deze evidenties waar ik vooraf geen benul van had. Elke student kreeg aan het begin van de stage een eigen project toegewezen met betrekking tot duurzaam golfterreinbeheer. Ik kreeg samen met één van mijn collega’s de opdracht om een grassen-experiment op te zetten. Het doel  was het testen en vergelijken van een aantal grassoorten en -variëteiten op verschillende kwaliteiten waaronder droogte- en ziekteresistentie, wortelkarakteristieken, kleur en dichtheid.

We besloten een combinatie van raai-, veldbeemd- en fioringrassen te testen, in totaal hadden we 26 cultivars tot onze beschikking.  Elke variëteit werd drie keer ingezaaid om ze te onderwerpen aan drie verschillende behandelingen. De eerste groep irrigeerden we dagelijks, de tweede en derde groep niet. Bijkomend behandelden we de derde groep met een combinatie van rhizobacteriën en biostimulanten.

Het experiment bracht enkele interessante resultaten voort. Elk van de grassoorten reageerden namelijk erg verschillend op de drie behandelingen. Vooral het al dan niet toedienen van rhizobacteria en biostimulanten veroorzaakte merkwaardige effecten. Deze behandeling leidde bijvoorbeeld tot een toename in wortelgroei bij de raaigrassen maar een afname bij de zwenkgrassen. De bovengrondse groei daarentegen was volledig onbeïnvloed. De derde behandeling veroorzaakte een verhoogde droogteresistentie bij de raai- en zwenkgrassen en een verlaagde resistentie tegen dollarspot bij de fioringrassen. Dit laatste resultaat was waarschijnlijk te wijten aan de hoge concentratie suikers in de biostimulanten die als voedsel dienden voor de schimmelziektes.

Dit experiment toonde voor mij het belang van de juiste grassenkeuze aan. Elke variëteit heeft zijn sterktes en zwaktes. Afhankelijk van de huidige en toekomstige klimatologische omstandigheden, bodemstructuur, courante ziektes, beheer, intensiteit van de bespeling… kan de keuze beïnvloed worden. Geen enkel gras is perfect, elke variëteit heeft zijn eigen voor- en nadelen. Het gaat er dus om het beste compromis te vinden.

Innovatie in de greenkeeperswereld

Robotmaaiers

Het opsporen van innovatieve systemen maakt een belangrijk deel uit van mijn takenpakket op Rinkven. De lijn gps-gestuurde robotmaaiers die Husqvarna ontwikkelde specifiek voor golf- en voetbalclubs is hier een goed voorbeeld van. Op Kristianstads Golfklubb werd deze “CEORA” robot in een proefproject met groot succes toegepast. Op Rinkven liep deze zomer een gelijkaardig project, de resultaten waren echter teleurstellend. Het GPS-signaal van de maaier werd namelijk geblokkeerd door het grote aantal bomen langs de fairways.

Slimme irrigatie

Ook op vlak van irrigatie en waterbeheer ben ik in contact gekomen met enkele interessante systemen. POGO en gelijkaardige tools stellen greenkeepers al jaren in staat het vochtgehalte in greens op te volgen en hun irrigatiesysteem hierop af te stellen. Fairways zijn echter de grootste waterverbruiker voor veel clubs, grote waterbesparingen zouden dan ook gerealiseerd kunnen worden door enkel droge plekken op fairways te irrigeren. Om deze plekken op te sporen kunnen drones en satellieten uitgerust met multi- of hyperspectrale camera’s een oplossing bieden. Deze camera’s zijn namelijk in staat droogtestress in vegetaties op te sporen aan de hand van de gereflecteerde golflengtes. Zo reflecteert een gezonde plant zeer veel in de NIR (near-infrared) golflengtes, door de aanwezigheid van chlorophyll in de bladeren. Chlorophyll degradeert echter onder invloed van droogtestress met als gevolg een lagere reflectantie van NIR. Op deze manier kunnen droge plekken dus zeer efficiënt opgespoord worden. Deze technologieën zijn echter zeer duur. Ze zijn dan ook ontwikkeld voor landbouwbedrijven met in vergelijking veel grotere omzet en te besproeien oppervlakte. Voor golfclubs rechtvaardigt de waterbesparing deze hoge kost op dit moment dus nog niet.

Data-management

Een laatste interessante groep innovatieve technologieën maken gebruik van big data in combinatie met artificiële intelligentie om de hoofdgreenkeeper te helpen bij het terreinbeheer. Lokale weerstations samen met bodemvochtsensoren en weersvoorspellingen kunnen gecombineerd worden in een model om ziekte-uitbraken en irrigatienoden te voorspellen. Andere tool combineren onder andere werkuren en machinegebruik om aspecten als onderhoud en vervanging van machines op te volgen en budgettering te vergemakkelijken.

In mijn visie zijn deze technologieën veelbelovend en zeker het opvolgen waard, maar zijn ze vaak nog niet voldoende ontwikkeld voor gebruik op golfterreinen. Het zijn vaak systemen die al jaren algemeen toegepast worden in de landbouwsector, waar met veel grotere oppervlaktes en budgetten gewerkt wordt. De systemen zijn ofwel niet in staat het precisiewerk te verrichten dat op een golfterrein noodzakelijk is, ofwel veel te duur voor een golfclub met een erg gelimiteerd budget. Mijn stage in Zweden heeft me echter aangetoond dat deze technologieën de toekomst zijn, en de toekomst is dichterbij dan ik oorspronkelijk dacht!

Gilles Parmentier
Sustainable officer

Rinkven International Golfclub VZW
Sint-Jobsteenweg 120 – 2970 ‘s Gravenwezel