Proximus Base Camp: Stielkennis én bijblijven in plaats van nattevingerwerk

Bron: Keep it Green

Voor een groene grasmat het hele jaar door

Het is begin december als we in Tubeke een afspraak hebben met Frédéric Cahay. De Head Groundsman van het trainingscentrum van onze nationale voetbalelftallen vertelt er honderduit over de essentiële – maar soms wat onderschatte – taak om de voetbalvelden in optimale conditie te houden, zodat ze het hele jaar door bespeelbaar zijn. Verslag van een leerrijke ontmoeting ‘op het terrein’.

De bouw van het Nationaal Trainingscentrum in Tubeke ging begin jaren 2000 van start; het werd na een woelig traject officieel ingehuldigd in 2016. En sinds het complex volledig operationeel is, wordt het maximaal gebruikt. Naast de Rode Duivels en de Red Flames komen er ook geregeld buitenlandse teams of Belgische teams trainen. In het Proximus Basecamp vinden zij de beste omstandigheden wanneer het weer hun eigen terreinen onbespeelbaar heeft gemaakt. En ook de Belgische scheidsrechters komen er aan hun conditie werken. Keerzijde van de medaille: intensief gebruik vraagt intensief onderhoud. Een volledig team van greenkeepers is dan ook constant in de weer om de vijf grasvelden, twee kunstgrasvelden en het indoorveld het hele jaar in de beste conditie te houden. Frédéric Cahay is Head Groundsman in Tubeke, maar ook bij Standard Luik: “Hier in Tubeke hebben de twee oudste velden (van voor 2014) een andere bodemstructuur dan de drie andere grasvelden. We moeten hun onderhoud dan ook afstemmen op het verschil in bodemsamenstelling. Omdat teams de ene dag op het ene veld en de andere dag op een ander veld kunnen trainen, moeten we onze activiteiten zo organiseren dat alle velden op elk moment technisch gelijkwaardig zijn. Om die homogene bodemcondities te garanderen, voeren we minstens één keer per week metingen uit met specifieke geavanceerde apparatuur.”

Op scherp gesteld door zero-fyto
Met meer dan 22 jaar ervaring en een diploma in de landbouwkunde kent Frédéric Cahay de wereld van de grassportvelden door en door. Hij werkte voor een vijftiental golfclubs in België, Frankrijk en zelfs in Congo, voor hij zich meer ging toespitsen op de voetbalwereld.

“Lang vóór het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen waren wij al bezig met het zero-fytobeleid op de golfbaan van Naxhelet. Als pioniers leerden we er al doende. Zero-fyto heeft ons werk er niet eenvoudiger op gemaakt. We moeten op zoek naar oplossingen nadat de problemen zich hebben voorgedaan, omdat er nog geen 100% effectieve curatieve behandeling is. We grijpen dus preventief in.

Terwijl het gras van een golfbaan onder constante druk staat (het wordt korter gemaaid op 4 mm), is de grasmat van een voetbalclub in de praktijk beter beheersbaar. Het komt er vooral op aan de basisprincipes onder de knie te krijgen, de bemesting aan te passen aan de veranderende bodemomstandigheden, de juiste dosissen biostimulanten te vinden, en de beregening correct af te stellen. Die combinatie maakt de ondergrond veerkrachtiger. Uiteraard is er nog een groot verschil tussen de bevindingen uit empirisch onderzoek en de effectieve reactie van de bodem. We hebben daarom goed onderbouwde studies nodig om processen te valideren en nieuwe ideeën te onderzoeken.”

Leren door kennis te delen
België is een voorloper op het vlak van zero-fyto. Uiteraard zijn de leveranciers van producten voor het onderhoud van het gazon de voornaamste bron van kennis. Maar ze zijn zeker niet de enige. Frédéric Cahay: “We kunnen er niet om heen dat er van alles op de markt te vinden is. Daarom is het essentieel dat je goede relaties onderhoudt met je leveranciers. En dat je kunt vertrouwen op hun expertise om de juiste criteria te bepalen voor de selectie van de meest doeltreffende producten.”

“De contacten die je legt op beurzen en de uitwisseling van ervaringen met de greenkeepers van buitenlandse clubs zijn misschien nog belangrijker. Ze bieden me de kans om nieuwe benaderingen te ontdekken. Het is ook dankzij die contacten dat ik kennismaak met nieuwe processen die al met succes worden ingezet door grote voetbalclubs die toegang hebben tot grotere budgetten en meer geavanceerd onderzoek. Deze ontmoetingen zijn vaak ook een trigger om nieuwe denkpistes in te slaan.”

Efficiënt beheer wordt mee bepaald door interne steun
Om de velden het hele jaar door bespeelbaar te houden en optimale omstandigheden te garanderen, kan Frédéric Cahay rekenen op een gepassioneerd en zeer veelzijdig team van een tiental medewerkers. Daarnaast is er de steun van het bedrijf Devillers, dat zijn machinepark beschikbaar stelt wanneer dat nodig is.

Frédéric Cahay: “Ons team wordt steeds professioneler en breidt zijn kennis steeds verder uit. We worden bovendien uitstekend ondersteund door de directie. Zo keurden ze een paar jaar geleden bijvoorbeeld mijn idee goed om een gerobotiseerde grasmaaier te introduceren en sindsdien zijn we blijven samenwerken met de fabrikant om de technologie verder te ontwikkelen. In de nabije toekomst zullen we een opvangbekken voor regenwater en drainagewater bouwen. Het doel is volledig autonoom te worden door water op te vangen en te zuiveren voor ‘milieuvriendelijk’ hergebruik in een gesloten circuit. En sinds een jaar zetten we nu een pomp met nanobellen in. Bij deze innovatieve technologie worden nanobellen met zuurstof geïnjecteerd die maandenlang in hoge concentraties in het water blijven. Op die manier wordt de groei van micro-organismen gestimuleerd en de wortelontwikkeling bevorderd. Op het gebied van veiligheid zijn we, in samenwerking met Raw Stadia, een technologie aan het testen die de staat van de velden monitort om te garanderen dat het lichaam van de spelers zo weinig mogelijk fysiek wordt belast en het risico op blessures wordt beperkt.”

De budgetten in Tubeke mogen dan wel niet in de buurt komen van die van de grote internationale clubs, de resultaten zijn wel om fier op te zijn. Begin december liggen de velden er namelijk nog prachtig bij. “Een positief aspect van zero-fyto is dat de groundsmen en greenkeepers weer in beeld zijn gekomen en dat de communicatie met de federatie en met de leden er beter op is geworden. Ere wie ere toekomt! Ik heb hier het geluk dat de directie naar mij blijft luisteren. Ik kan mijn werk doen in de best mogelijke omstandigheden. En ik voel dat er respect voor mijn werk is. Als ik positieve reacties krijg van de spelers van de nationale ploeg, dan is dat een hele mooie waardering”, besluit Frédéric Cahay.