FEGGA SCHOLARSHIP

Bron: Rinkpen

Golfterreinen zijn zeer onderhoudsintensief. Gras maaien, bunkers rakelen, divots herstellen, pin posities verplaatsen, noem maar op. Het grootste deel van dit werk gebeurt echter achter de schermen en vroeg in de ochtend, buiten het oog van de golfer. Het uiteindelijke doel van elke greenkeeper is dan ook het leveren van een baan in de best mogelijke conditie. Met dank aan FEGGA’s (Federation of European Golf Greenkeeper Associations) Greenkeeping Scholarship Programme krijg ik de kans om op de prachtige banen van Kristianstad’s golfclub in Ahus alle kneepjes van het vak te leren.

De stage legt hierbij een belangrijke focus op duurzaamheid, zowel op en rond het golfterrein, wat uiteraard uitstekend past binnen het kader van mijn functie op Rinkven. In dit artikel neem ik u mee doorheen mijn eerste maand hier in Zweden, om u zo hopelijk een dieper inzicht te geven in het leven van een greenkeeper, en het mijne voor de komende vijf maanden.

Mijn dagen beginnen om 5u ’s ochtends, wanneer de eerste wekker gaat. Deze wordt uiteraard gesnoozed, zodat ik nog 15 minuten van mijn warme bed kan genieten. Ik kleed me aan, neem een snelle hap en spring op mijn fiets. Met een beetje geluk geeft de straffe zeewind me een duwtje in de rug en is de 3 km lange fietstocht naar de golfclub zo voorbij. De eerste weken kwam de zon net op, waardoor ik tijdens de rit kon genieten van enkele prachtige zonsopgangen. Tegenwoordig word ik echter al door felle stralen begroet bij het openen van mijn gordijnen. Rond kwart voor zes kom ik aan op de golfclub, drink een snelle koffie, check ik mijn job voor de dag, wissel enkele grapjes uit met collega’s en kleed ik me om.

Zoals ik al kort heb aangehaald in de introductie, vergt een golfterrein een hoop onderhoud. De allerbelangrijkste job van de greenkeeper is, zoals de naam al doet vermoeden, het verzorgen van de greens. Je zou kunnen vermoeden dat dit beperkt is tot een periodieke maaibeurt om het gras kort te houden, maar niets is minder waar. Een tweede belangrijk werk is het veranderen van de positie van de hole op de green, om het spel gevarieerd te houden. Hierbij moet rekening gehouden worden met de moeilijkheid van de positie, het type golfer dat die dag speelt en zelfs het weer. Het weer speelt niet alleen een belangrijke rol voor golfers, ook de greenkeeper moet het weerbericht nauw in de gaten houden. Zo leiden koele wolkeloze nachten bijvoorbeeld tot ochtenddauw op de greens; dit moet verwijderd worden met grote borstels om schimmelziektes te vermijden. Vocht is namelijk de grootste vriend van verschillende grasziektes zoals Fusarium en Dollarspot. Andere machinale ziektebestrijdingsmiddelen zijn rollen en topdressing. Rollen gebeurt met een machine gelijkend op een kleine pletwals die zijwaarts over de green rolt. Hierdoor kan het vochtgehalte in de bodem verlaagd worden, met een lagere ziektedruk als gevolg. Een extra voordeel is een verhoging van de snelheid van de green. Tijdens topdressing wordt zand uitgestrooid om de bodemstructuur te verbeteren en drainage te bevorderen, weer met een verlaging van de ziektedruk. Verder moet de green occasioneel belucht, bezaaid en bemest worden om het gras in goede conditie te houden.

Naast de greens vergt de rest van de baan natuurlijk ook onderhoud. Zo moeten onder andere de tees, fairways en voorgreens regelmatig gemaaid worden, afhankelijk van de groeisnelheid van het gras. Veruit het grootste werk op een golfterrein buiten de greens is echter bunkeronderhoud. Bunkers moeten namelijk tweemaal per week handmatig geëgaliseerd en gerakeld worden om hun kwaliteit te blijven behouden. Dit is een werk dat al snel een hele dag in beslag kan nemen.

De werkdag eindigt om 15u, waarna ik vrij ben om de verdere invulling van mijn dag te kiezen. Eén van de activiteiten die ik heb opgenomen is het aanleren van golf. Als werknemers van de golfclub is het ons toegelaten om na de werkuren te gaan golfen op de beide banen, waar we dan ook regelmatig gebruik van maken. De golfmicrobe heeft me ondertussen al stevig beet! Dit potje golf wordt regelmatig opgevolgd door een bezoek aan een restaurant of café om de avond af te sluiten. Daarnaast ga ik regelmatig op stap om de natuur rond Ahus op te snuiven en zoek ik met een collega het lokale tennisveld op. Kooksessies en barbecues staan ’s avonds regelmatig op het programma, één van de voordelen van het samenleven met twee Spanjaarden. Eens het weer voldoende warm wordt zullen de namiddagen meer en meer op het strand gespendeerd worden.

Maar mijn namiddagen worden helaas niet enkel ingepalmd door ontspanning. Ik besteed enkele uren per week aan het opvolgen van Rinkvenmails en andere taken, waaronder een groot project. Als FEGGA-studenten hebben we namelijk ieder een specifiek project toegewezen gekregen om gedurende de periode van de stage uit te werken. Voor mijn project test ik verschillende variëteiten van drie grassoorten op enkele belangrijke eigenschappen, waaronder resistentie tegen droogte en ziekte, kleur, groeisnelheid, dichtheid, wortellengte en -structuur. Hiervoor heb ik een hele reeks proefvlakken van 2×2 meter opgezet en ingezaaid. Over de komende vijf maanden zal ik de grassen onderwerpen aan verschillende wateren meststoffenregimes en regelmatig verschillende metingen uitvoeren om de gewilde data te bekomen.

Naast dit grote individuele project werken we gezamenlijk aan enkele kleinere projecten rond duurzaamheid, waaronder compostering van groenafval, het aanleggen van natuurlijke graslanden, studies van de fauna en flora op het golfterrein, recyclage en brandstof- en waterverbruik.

Een laatste zeer boeiend onderdeel van de stage houdt in dat elke week een vertegenwoordiger van één tak van de golfindustrie de club bezoekt om ons les te geven over dat onderwerp. Deze onderwerpen zijn zeer uiteenlopend en spannen zowat de hele sector. Enkele voorbeelden van aspecten die aan bod zullen komen zijn irrigatie, graszaden en meststoffen, machines, architectuur, management van een golfterrein, toernooien en rondleidingen op onder andere de Kopenhagense golfclub en de top voetbalclub van Zweden. Deze lessen zijn niet alleen zeer leerrijk, maar vormen daarnaast een uitstekende gelegenheid om te netwerken binnen de golfwereld. Na afloop van de stage zal ik dus niet enkel bekend zijn met de kunst van het greenkeepen, maar ook met de grotere wereld van de golfsport en zelf (hopelijk) een uitstekende golfer zijn! Deze opgedane kennis zal ik dan kunnen gebruiken om Rinkven vanuit verschillende perspectieven te zien en nog beter vooruit te helpen.

Mijn dank gaat uit naar de organisatoren van het FEGGA Greenkeeping Scholarship Programme, die deze stage mogelijk maken voor mensen zoals ik. Dean Cleaver, voorzitter van de Federation of European Golf Greenkeepers Associations; Bevan Tattersall, course manager of Kristianstad golfclub en Alan Lindsay, eigenaar van STMC, de praktische organisator van de stage. Daarnaast wil ik de hoofdgreenkeeper Ben Tattersall bedanken voor zijn ondersteuning en geduldige antwoorden op al mijn vragen. En mijn collega FEGGA-studenten voor de toptijd die we in de eerste maand beleefd hebben. Last but not least een dikke merci aan onze eigen clubmanager Michal Teunkens om me deze unieke kans te geven om mijn horizonten te verbreden.