Royal Latem Golf Club

Bron: GreenTechPower

 

De oudste golfclubs van België, die van oudsher de benaming ‘Royal’ mogen dragen, zijn op één hand te tellen. De Royal Latem Golf Club Sint-Martens-Latem, met geboortejaar 1909 is er een van. De Royal Latem Golf Club bestaat dus meer dan 100 jaar en telt ongeveer 1150 leden. ‘Het verhaal van de golf ontstond eind van de 19e eeuw toen enkele textielbaronnen uit het Gentse zich al eerder hadden verenigd in een schermclub die op een klein terreintje aan de rand van Gent haar oefenterrein had. Toen dat voor bebouwing moest wijken, bood industrieel Albert Feyerick zijn terrein in Sint-Martens-Latem aan en zo is de golf naar hier gekomen. Hier en daar is er nog wat landbouwgrond bijgekocht en zo zitten we nu op 40 ha,’ vat Martin Sonnaert, greenkeeper van de Royal Latem Golf Club, het ontstaan van de club samen.
Unieke locatie in bosrijke omgeving
De eerste decennia heette het domein ‘Les Buttes Blanches’, wat verwijst naar de witte duinen, die deel uitmaken van dit prachtige natuurlijke landschap. Dit duinengebied werd in 1892 door de industrieel Feyerick gekocht en ingericht als golfterrein voor de vriendenkring van golfspelers van Sint-Amandsberg. Het clubhuis in Engelse cottagestijl werd in 1909 gebouwd op een duin.
Aanvankelijk werd de baan getekend door Geo Pannell en later herwerkt door Fred Hawtree. Recent nog zijn de 12e en 16e hole die in 2013 werden heraangelegd en de 1e, 4e en 5e hole die in 2014 aan de beurt kwamen.
Aan de inplanting van een groot aantal van de bomen op het terrein is nog af te leiden dat het ooit dreven waren. De zandduinen op een gedeelte van het terrein zijn nog volkomen naturel. In de oorlog hebben de Duitsers het gebied gebruikt als schietterrein. Maar anno 2016 en omringd door mooie villa’s en gerestaureerde fermettes is deze 18-holesgolfbaan zeer technisch en een uitdaging voor golfspelers van eender welk niveau.
De uitdaging voor de Latem Golf Club: door de bomen de greens blijven zien.
De bomen maken het geheel van deze golfclub zo speciaal, maar zijn eveneens een bron van extra werk voor het beheer van het geheel. Op basis van het bosbeheersplan dat de Latem Golf Club heeft uitgewerkt, is dit anders dan op andere golfterreinen. Vooreerst moeten de oude bomen geregeld (in)gesnoeid worden, maar ze brengen ook enorm veel bladeren voort: meer dan 800 m3 ieder jaar. Bovendien verhinderen ze dat de zon zich in de zomer mooi verdeelt over de greens en fairways wat het onderhoud van deze greens veel moeilijker en preciezer maakt en ze gevoeliger maakt voor schimmels. Martin: ‘Op dat vlak benijd ik de collega’s die hun greens op een open terrein hebben en waar wind en zon zich volledig kunnen laten gaan.’
Tijdens ons bezoek eind januari waren enkele European Treeworkers bezig de bomen aan het snoeien. In tegenstelling met de gewone snoei worden hier de takken aan de buitenkant ingekort zodat de tak- en bladontwikkeling zich eerder binnen in de kruin zou ontwikkelen dan naar buiten. Door zo te snoeien wordt de kruin van de boom beperkt. Zo lukt het om in de zomer enkele streepjes meer zonneschijn door de bomen te laten komen en krijgen de greens meer uren zon. In de winter is het voornaamste werk bladeren ruimen, deze versnipperen, ze omzetten op de hoop en dan het bosbeheer zoals snoeien en het hout verwerken. ‘In de tweede helft van februari beginnen we dan met het terrein terug in orde te brengen,’ aldus Martin. ‘Vanaf juli en de eerste windvlagen die in de zomer komen, beginnen deeikels te vallen en dan begint het opruimwerk. Eerst moeten wij blazen en borstelen, pas dan kunnen wij met maaien beginnen.
Wij draaien zelfs zoveel uren per bladblazer dat wij deze ieder jaar verslijten. Met het onderhoud van het terrein zijn doorheen het jaar zo’n 7 mensen in de weer.’
Bij de Latem Golf Club vindt men machines die weinig andere golfterreinen hebben: versnipperaars voor de bladeren en speciale veegmachines. Op jaarbasis is men toch 3,5 maand bezig met de bladeren, het snoeien van de bomen niet meegerekend. De samengeveegde bladeren worden op hopen gezet en gecomposteerd tot potgrond. De pH van dat mengsel is dan ideaal om de rododendrons en azalea’s te voeden. Het brandhout van het snoeiwerk wordt gebruikt om het clubhuis te verwarmen.

 

Beregening
In Latem is men nu bijna rond met de grote infrastructuurwerken op vlak van irrigatie en beregening. Heel de beregening van de greens en de fairways is geautomatiseerd en kan Martin vanuit zijn bureau opvolgen en aansturen: via de pc kan iedere sproeier afzonderlijk worden ingesteld. In totaal staan er nu zo’n 400 sproeiers van Toro op de fairways en de greens. De voelers op de greens registreren de vochtigheid, het zoutgehalte, de temperatuur van de bodem en de evaporisatie (uitdamping).
Veel greens liggen gedeeltelijk in de zon wat maakt dat beregening moeilijker wordt en veel nauwkeuriger moet kunnen worden geregeld alleen om de ontwikkeling van schimmels te voorkomen. Door zo te werken hebben ze in Latem al 35% water kunnen besparen op jaarbasis. Martin: ‘Onze beregeningssytemen zijn doorheen de jaren aangelegd. De oudste leiding is van 1920; deze hoofdleiding is uit gietstaal en nog volledig intact. In de praktijk blijkt dat men zelfs de verbindingsmoffen kan losschroeven en dat de draad onbeschadigd en niet verroest is. Bijna 100 jaar oud! Deze hoofdleiding wordt nog gebruikt om extra te beregenen mocht dat nodig zijn.’
In 1975 werd hier op de golf de eerste beregening van de greens gelegd. Dat was toen met hoofdleidingen over heel het terrein. 10 jaar later werden alle fairways van een leiding voorzien bestaande uit dezelfde PVC-verlijmde buis. ‘Vorig jaar hebben we een begin gemaakt met de vervanging, want de PVC-verlijmingen begonnen hier en daar los te komen. Nu is alles in polyethyleen en met nieuwe sproeiers op de fairways en de greens. Een investering die zich loont, alleen al door de besparing aan water,’ verklaart Martin de werken die tijdens ons bezoek aan de gang waren.

 

De bel werd een camera met monitor.
Om van de ene hole naar de andere te lopen moeten er in heuvelachtig terrein hindernissen worden genomen. Om de spelers aan de volgende hole te verwittigen dat men gaat afslaan, wordt er op de meeste terreinen een bel gebruikt. In Latem is deze vervangen door een camera met speciale monitor die geen last heeft van inslag van de zon en ten allen tijde goed zichtbaar blijft. De spelers kunnen veilig afslaan en die aan de andere kant hoeven geen angst te hebben: zolang zij in beeld zijn, wordt er immers niet afgeslagen.

Mechanisatie
Martin: ‘Het snoeien van de bomen besteden we uit. Voor het heraanleggen van bepaalde stukken in het terrein doen we beroep op de Ierse aannemer Solgolf. In de toekomst gaan we de 10 en 11 renoveren met een nieuwe shaping rond de greens, nieuwe bunkers, enz…’
Het reguliere onderhoud doen we zelf; de gespecialiseerde machines brengen we jaarlijks naar de dealers van de verschillende merken. Kooien slijpen bv. doen we niet zelf. Iedere greenkeeper rijdt hier met een machine en kan zijn dagelijks onderhoud zelf doen.
Door het feit dat we geen grote herstellingen doen, hoeven we op deze manier ook geen stock van onderdelen enz … te voorzien.’
In de golf gerold
GreenTechPower: ‘Hoe ben jij in de golfwereld terechtgekomen, Martin?’
Martin Sonnaert: ‘Ik heb machinebouw en fijnmechaniek gestudeerd. Buren van ons waren toen lid van de Latemse Golf en wisten mij te vertellen dat ze op de golf iemand nodig hadden. Zo ben ik erin gerold en heb dan de opleiding greenkeeper gevolgd, daarna deze van hoofdgreenkeeper en ondertussen zijn we 30 jaar actief. Uiteraard volgen we nog geregeld bijscholingen.’

GTP: ‘Wie adviseert jou op vlak van bemesting en onderhoud? ’
Martin: ‘Waar mogelijk volg ik bijscholing; zo heb ik net nog de fytolicentie voor gebruikers van sproeistoffen gehaald. Ik vind ook veel informatie op internet, op vergaderingen en op beurzen. Ieder jaar laten we grondstalen nemen en als de gemeten waarden te veel afwijken van wat ze zouden moeten zijn, dan werk ik ze bij met een aangepast bemestingsschema dat ik zelf opstel. Voor meer specifieke informatie doe ik soms beroep op Green Consult.’
‘Ik moet toch wel zeggen dat greenkeeper van een golfterrein voor mij een job is waar je 7 dagen op 7 mee bezig bent. Door het feit dat ik in de buurt woon, blijf ik sterk verbonden met het terrein. Als ik om 6 uur ’s morgens buitenkom, weet en voel ik wat er in de lucht hangt. Ik probeer hier om ziekten met antagonisten (tegenpolen) op een ecologische manier tegen te gaan. Ik streef ernaar om een evenwicht te zoeken tussen de juiste waarden van NPK en niet te veel fungiciden te spuiten. Werken met antagonisten is meestal heel doeltreffend.
Persoonlijk vind ik dat er te snel naar spuitmiddelen wordt gegrepen: laat de natuur zichzelf herstellen. Ondertussen bestaan er meer resistente grassoorten en brengt het meer op om even te wachten met spuiten.’
‘De fairways mulchen we in Latem omdat je op die manier via het fijngemaaide gras stikstof teruggeeft aan de bodem en de plant. De plant moet van zichzelf sterk genoeg zijn en dat kan alleen door de pH-waarde juist te houden zodat de plant voldoende voedsel kan opnemen.’

Martin: ‘Wij vinden het belangrijk om in harmonie met het milieu en de natuur te werken. Op vlak van watercontrole door de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) zijn wij bij de meest gecontroleerde. Iedere pomp bij de geboorde grondwaterputten heeft een teller. Dat is wettelijk verplicht en wij moeten het aantal opgepompte kubieke meters water + het grondwaterpeil continu opvolgen en registreren.
Maandelijks moeten we deze gegevens doorgeven aan de VMM. Ik heb ondertussen een digitale datalogger op een controleput die het verbruik van water én het grondwaterpeil opneemt tijdens en na het pompen. Op zich heeft het bewustzijn rond waterverbruik toch onze ogen geopend: waar we vroeger bijna 30.000 m3 nodig hadden is dit nu teruggelopen tot 16.328 m3 in 2014.