Greenkeeper of the Year 2016, Koen Verhelst?

Het vakblad Greenkeeper organiseert op donderdag 10 december, in Conferentiecentrum Woudschoten te Zeist, voor de derde keer in de historie van het vakblad Greenkeeper, de verkiezing van de Greenkeeper of the Year.

Deze award gaat uitgereikt worden aan de meest gewaardeerde Greenkeeper van het moment, voor zijn bijdrage aan zijn vak, zijn vakgenoten en zijn golfbaan.

Met dank aan de sponsors Jean Heybroek, ICL Group, Bayer en DLF gaat een deskundige jury dit jaar weer opzoek naar de beste, meest getalenteerde Greenkeeper van Nederland.

Ook 2 Belgen zijn van de partij.  De greenkeeper van Flanders Nippon Golf & Business Club, Erik Wuyts en Koen Verhelst, greenkeeper van Golfclub Midden Brabant. Zij stellen zich voor in bijgevoegd filmpje…

We beginnen bij Koen die u ondertussen ook wel zal kennen al bestuurslid van de Greenkeepers’ Association of Belgium.

 

Vergadering Koksijde Golf ter Hille 28.10.2015

Beste leden,

Op woensdag 28 oktober organiseert de GAB, de eerste vergadering van het nieuwe winterseizoen.

Waar moet u zijn?
Koksijde Golf Ter Hille
Hof Ter Hillestraat 2
8670 Oostduinkerke
www.koksijdegolfterhille.be

Op de agenda staat:
9:00  – 10:00         Ontvangst met koffie en gebak (aangeboden door de gemeente Koksijde)
10:00 – 11:15        Presentatie: burgemeester Koksijde & Jan Deramoudt

Ontvangst door de burgemeester van Koksijde, Marc Vanden Bussche en general manager Jan Deramoudt.  Jan Deramoudt zal een woordje uitleg geven over Koksijde Golf ter Hille en de werking van het AGB.

11:15 – 11:45          Koffiepauze…
11:45 – 13:00          Presentatie: Agro Vangeel & Firma Koppert

Ziekten bestrijden of voorkomen op een biologische wijze.

13:00 – 14:30          Lunch…
14:30 – 15:30          Presentatie: Jeremy Pern

De Britse golf architect Jeremy Pern kwam met het lumineuze idee om een “eco-golf course” aan te leggen in Koksijde. Jeremy Pern is een van Europa’s meest ervaren golfbaanarchitecten.

15.30h – …              Bezoek golfbaan en loods.
Gelieve u in te schrijven voor 23 oktober. Schrijf u snel in via onderstaande link!

(Deelname: leden: 30€, niet-leden: 100€)

 

het GAB-team

 

Noteer alvast volgende data in uw agenda:

16 december 2015: Spiegelven golfclub in Genk
20 januari 2016: Golf Club de 7 Fontaines in Braine l’Alleud
17 februari NGA-GAB : Millennium Golf Paal-Beringen
2 maart 2016 : Golf Club Enghien in Edingen
3 juni: 2de GAB golfdag

Golf & Countryclub De Palingbeek in Hollebeke bij Ieper

Bron: GreenTechPower

We hadden de voorbije maand afgesproken op de Ieperse golfclub met Krist Calmeyn, de hoofdgreenkeeper.  Uit het gesprek dat over de dagelijkse gang van zaken en de eigen aanpak ging, bleek niet  alleen de gestructureerde manier waarmee Krist al bijna 25 jaar de zaken aanpakt, maar ook een sterk  ecologisch bewustzijn. Een golfterrein met een aanpak die veel tegenstanders van golfterreinen de mond  zou snoeren: een langetermijnvisie, die mee door het bestuur wordt ondersteund en uitgedragen.

De Ieperse golfclub
Oprichting
Het initiatief voor de Golf & Countryclub De Palingbeek in  Zuid-West-Vlaanderen dateert van 1986. Toen kwam een  groep van gelijkdenkende plaatselijke ondernemers samen om  de verschillende mogelijkheden te onderzoeken. Belangrijk  in deze groep waren vooral Leonard Guillierme, Jean Viaene,  Chris Lecluyse en Luc Callens. Geleidelijk groeide overal  belangstelling voor het initiatief en tegen het begin van 1988  telde de vzw een 12-tal investeerders en zo’n 180 potentiële  leden. Een geschikte locatie diende zich aan onder de vorm  van het 45 hectaren groot domein van de familie Cosaert  in Hollebeke. Onder leiding van Carl Van Biervliet, één van  de investeerders en toen ook Voorzitter van de Kamer van  Handel en Nijverheid te Ieper, werden een aantal bijkomende  percelen aangekocht zodat het geheel werd uitgebreid tot een domein van 72 ha. De Engelse golfarchitect Harold Baker werd  aangesproken om de golfbaan te ontwerpen. De eerste 9 holes werden geopend op 17 mei 1992 en de volledige 18-holes baan  was bespeelbaar op 1 juli 1992.

Wie doet wat?
Het bestuur van de club is in handen van de Raad van  Bestuur, die bestaat uit de eerste twaalf investeerders onder  voorzitterschap van Carl Van Biervliet. De dagelijkse leiding van  de club valt onder de verantwoordelijkheid van de gedelegeerd  bestuurder, die tevens voorzitter van de club is. Sinds 1996  neemt Willy Deceuninck deze functie waar. Onder zijn beleid  draait een Sportieve Commissie, aangevoerd door de Captain  van de club, en zijn er ook verschillende andere commissies  die zich bezighouden met o.a. het course management, de  historische zaken, milieuzorg, de publiciteit, de public relations,  enz… Het patrimonium van de golfclub zit in handen van een privévennootschap en de uitbating gebeurt door de Golf &  Countryclub De Palingbeek.
De spelers
De spelers komen uit de driehoek Ieper, Kortrijk, Roeselare,  maar ook uit Frankrijk en zitten verdeeld over alle leeftijden van  de bevolking. Gezien de club 25 jaar geleden werd opgericht  en de generatie van die stichters nog sterk aanwezig is in het  geheel, is er nog een hele generatie 60-plussers actief: mensen  die toen vanuit hun actieve loopbaan de club mee hielpen  opstarten, komen nu meerdere keren per week spelen. Er zijn  aan de andere kant heel wat jeugdspelers die toetreden, maar  die, als ze midden de twintig zijn, zich settelen en hun golfstick  opbergen. Sommigen herpakken een goede tien jaar later. Via  de golfinitiatie en andere initiatieven worden ‘nieuwe leden’  warmgemaakt om te komen golfspelen.

 

Structuur en natuur
Een eerste indruk is dat het geheel ‘af’ is en mooi geïntegreerd  in de natuur. Daar heeft de passie voor natuur van Krist alles  mee te maken; als overtuigd lid van Natuurpunt wil hij ook de golfspelers laten meegenieten van wat de natuur oplevert  als je haar vrijlaat. Op sommige delen van het terrein werd de  grondlaag geplagd en verarmd zodat er na verloop van jaren een  mooi eigen biotoop ontstaat. ‘In het begin was het even wennen  voor de mensen, nu komen ze zelf zeggen hoe mooi ze deze  bloemen- en plantenpracht wel vinden,’ vertelt hij enthousiast  over zijn realisaties. ‘In onze beheerraad zitten ook mensen van lokale besturen, van milieugroeperingen enz… en sinds ze zien  hoe wij met de natuur omgaan, weten ze dat we het beter willen  doen dan voorgeschreven werd.
Moeilijk doorlaatbare bodem met stuwwater
Krist Calmeyn, greenkeeper: ‘Als uitloper van het West- Vlaamse heuvelland hebben we hier een zandbodem met  daaronder een leemlaag. Dat zorgt voor stuwwater en dat speelt ons op sommige gedeeltes van het terrein stevig parten.  Stuwwatergronden zijn in de winter veel te vochtig en in de  zomer vaak te droog. Al het water dat niet weg kan, zorgt ervoor  dat er op sommige momenten een deel van het terrein moeilijk  of niet betreedbaar is. Door die ‘handicap’ –het niet kunnen  doorwerken in de winter bv. – moeten we 1,5 mensen meer in  dienst hebben om hetzelfde werk te kunnen doen.’  Door deze slechte doorlaatbaarheid hebben de gronden een  hoge grondwatertafel, zit er weinig lucht op die plaatsen en  hebben planten en beworteling het veel moeilijker. Het belet  ook om in de winterperiode structurele werken op het terrein te  kunnen doen omdat het dan heel drassig en niet dragend is.

Wat wordt er zelf gedaan?
Met zes medewerkers runt Krist het technische gedeelte van de  club. Op vlak van planttechnische kennis heeft hij de meeste  dingen al doende geleerd en ervaren. In de beginperiode werd  kennis gehaald bij de verkopers van producten wat als nadeel  had dat je er als klant moeilijk onderuit kon om je producten bij  die firma te kopen. Bij de Hollebeekse golfclub haalt greenkeeper Krist zijn  teelttechnische kennis uit zijn opleiding tuinarchitect, zijn ruime  interesse en kennis op vlak van natuur- en plantkunde en vult  deze aan met het advies van het STRI (Sport & Turf Research  Institute) uit Engeland. Deze instelling die grotendeels uit  landbouwingenieurs is samengesteld, adviseert de Engelse golfen  voetbalclubs; het is trouwens ook het adviserende orgaan  van de wereldbeker voetbal en zij doen alle soorten onderzoek op sportvelden en golfterreinen. Krist: ‘Een keer per jaar  bezoeken zij ons terrein, bespreken we het bemestingsschema  en die dingen en evalueren we waar we moeten bijsturen.  Daarnaast kunnen we via mail en telefoon acute problemen  bespreken en info uitwisselen. Tot slot blijft het verder aftasten,  ondervinden, uitproberen en kennis uitwisselen met andere collega-greenkeepers. We zijn immers met natuur bezig.’
Krist:’ Wat ik zo frappant vind is bv. dat vroeger geadviseerd  werd om tot 400 eenheden stikstof toe te dienen en dat dit  nu maar rond de 70 meer zit; zo zie je maar hoe ‘advies’  kan evolueren. In die tijd waren we aan het overbemesten  en dienden we geregeld te verluchten. Dat zorgde voor veel  ziektedruk en werk om het organisch materiaal te verwerken.  Ondertussen heeft de ervaring geleerd dat we door minder  stikstof toe te dienen een sterkere graszode krijgen en veel  minder verloren werk moeten doen.  De keuze voor roodzwenk of voor struisgras wordt mee bepaald  door de rolsnelheid van de bal, de hardheid van de toplaag,  vlakheid, dichtheid van het gras en de behoefte aan vocht onder  de vorm van neerslag en beregening.  In Hollebeke werkt men volgens het principe van ‘meten is  weten’. Zo wordt bv. geregeld de snelheid van de greens  gemeten met de stimpmeter, niet omwille van de waarde  zelf, maar om te kijken welke bewerkingen hun invloed op de  kwaliteit van de green hebben. Krist Calmeyn: ‘Ik meet ieder jaar  deze waardes en hou ze bij in een grafiek. Zo ben ik erachter gekomen dat ik ieder jaar hoger kan maaien en toch dezelfde  stimp behouden; de greens worden zelfs nog sneller ondanks  de toegenomen maaihoogte. Nu zitten we op 4,5 mm. Hoger maaien geeft als voordeel dat de ontwikkeling van roodzwenk gestimuleerd wordt. Op bepaalde greens is het aandeel roodzwenk aan het toenemen en een niet te fel bemeste bodem draagt daar zeker toe bij. Te veel meststoffen gebruiken stimuleert de ontwikkeling van het straatgras. Het is constant zoeken en geen schrik hebben om minder meststoffen en water te geven.

Mechanisatie
Golfclub de Palingbeek heeft een ruime uitgeruste werkplaats met brug en smeerput en voert de meeste herstellingen en onderhoud zelf uit. Daarvoor is er een fulltime technieker in dienst die ook al 25 jaar meedraait: de boer die bij de oprichting van de golfclub een gedeelte van het land bewerkte dat door de golfclub werd aangekocht. Verder is het geheel aangevuld met een loods waarin de machines worden gestald. Aan de zijkant ligt een stoomput met slib- en olieafscheider en een gedeelte van het terrein is voorzien van boxen voor de opslag van het zand, aanvulgrond, compost enz… De compost die een Vlacocertificaat heeft, wordt gemaakt op basis van het groenafval dat wordt geproduceerd op het terrein. De volledig omgezette compost wordt verwerkt op het terrein bv. in de zones waar de bodem geplagd werd.
Krist: ‘In principe pakken wij op vlak van grond- en infrastructuurwerken alles zelf aan behalve het asfalteren. Zo hebben we tijdens de vorige winter onze parking nog zelf aangelegd. Een nadeel van dingen zelf te doen is dat het wat langer kan duren omdat we daarnaast nog ons eigen werk moeten blijven doen. Op dat vlak kunnen we op begrip van ons bestuur rekenen. We hebben de expertise om zulke infrastructuurwerken aan te pakken geleerd door te beginnen met kleine dingen en aanpassingen; in 2003 zijn we begonnen met een parking voor 160 wagens en zo zijn we gedurfder projecten beginnen aanpakken.’ Het onderhoud van de machines gebeurt voor het grootste gedeelte in eigen beheer. Enkel in geval van garantie of als men er echt niet aan uitgeraakt, wordt de dealer erbij gehaald.

Technologische evolutie
Krist heeft een minder goed gevoel bij de trend naar meer automatisering; hij vreest dat deze het werk van minder geschoolden afneemt en op termijn deze mensen nog meer gaat isoleren: ‘Waar gaat het naartoe met de geautomatiseerde machines die jobs van mensen overnemen? Gaan er zo niet een hele groep minder geschoolde mensen uit de boot vallen?’

Succesvolle eerste GAB-golfdag!

Beste greenkeeper, beste sponsor, beste bezoeker,

 

Als wij in 1 woord onze eerste GAB-golfdag mogen beschrijven dan zeggen we “geslaagd”. Meer dan geslaagd eigenlijk.

In het centrum van ons land, in Ukkel, waar het KMI staat, hebben de weergoden ons niet teleurgesteld. Het was een aangename, zonnige dag. Kortom een dag om te golfen!

Een groepje golfers ging de strijd aan met mekaar. Maar helaas kan er maar 1 winnaar zijn en dat werd Andrew Cropper van Golf du Château de la Bawette. Proficiat Andrew, jij staat in ons geheugen gegrift als “de eerste winnaar…”. Dit kan niemand je nog afpakken.

Helaas was niet iedereen een professionele golfspeler en dus hebben we een twee uur durende initiatie ingelast voor de niet spelers. De beste Pro van de Brussels Droh!me Golf Club heeft hen het chippen, putten en pitchen aangeleerd. Nog een beetje oefenen en volgend jaar staan jullie aan de start bij “hole 1”!

Wij willen alle spelers bedanken voor hun enthousiasme, inzet en inspanning.

Ook willen wij onze sponsors (Barenbrug, Cornet Water Technics, Fagadis, FERT in TIME en Grasmeesters,) bedanken voor de aanwezigheid, gezelligheid en natuurlijk de prijzen.

Een speciale dank aan het team van Brussels Droh!me Golf Club voor hun aangename ontvangst, hun gastvrijheid en behulpzaamheid.

Als laatste danken wij het team van “le club house” voor de zeer lekkere BBQ, de aangename sfeer, de hulpvaardigheid en hun eeuwig enthousiasme.

Op naar volgend jaar, naar de 2de GAB-golfdag.

Bedankt.

Het GAB-team

 

De Royal Golfclub du Hainaut in Erbisoeul

Spelkwaliteit verder laten evolueren om het hele jaar door spelers te kunnen ontvangen.

Bron: GreenTechPower

De Royal Golfclub du Hainaut is gelegen in Erbisoeul, een deelgemeente van Jurbise, op een boogscheut van Mons. De zanderige grondstructuur maakt dat er vrijwel het jaar rond kan worden gespeeld. Dat trekt spelers van andere clubs aan om hier tijdens de winter een balletje te komen slaan. Het parcours moet er dus altijd verzorgd uitzien. In de aanloop naar het aankomend zero fytogebruik probeert men de dosissen al zoveel mogelijk te reduceren. We hadden een boeiend gesprek met Xavier Denicourt, de gedreven en enthousiaste greenkeeper van de club.

De Royal Golfclub du Hainaut zag het licht in 1933 toen 5 families de handen in elkaar sloegen om een golfterrein aan te leggen in de streek van Mons. De eerste 18 holesbaan, die de naam ‘La Bruyère’ meekreeg, werd ontworpen door de beroemde golfarchitect Tom Simpson. Omdat het parcours op zandgrond gebouwd is, kon er bijna het hele jaar door gespeeld worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het terrein door de Duitsers benut als tijdelijke gevangenis en dienden de greens als ‘oefenterrein’ om bommen te droppen. Aan het einde van de oorlog werd de golf gedeeltelijk heropgebouwd. In 1991 werd een 9 holes parcours met de naam ‘Les Etangs’ bijgebouwd: een sportiever parcours en voorzien om een ander cliënteel aan te trekken.

Eisen van de spelers evolueren
De laatste jaren groeide de belangstelling voor de golfsport en breidde de club uit tot zo’n 920 leden op de dag van vandaag. Daarnaast komen heel wat greenfees uit het noorden van Frankrijk. Tegenwoordig kunnen de spelers kiezen uit een combinatie van 3 keer 3 lussen van 9 holes, in functie van hun tijd en hun behoeftes. Xavier Denicourt vervolgt: ‘Vroeger kwamen de spelers alleen spelen als het goed weer was. De laatste jaren hebben we gemerkt dat steeds meer spelers ook tijdens de winter willen komen spelen. De zandgronden laten toe om vrijwel dagelijks te spelen, maar van onze kant vraagt het een aangepaste aanpak bv. voor drainage. Anderzijds is het een troef om vrijwel het jaar rond te kunnen spelen, wat heel wat nieuwe spelers aantrekt. Vanaf het voorjaar, als het gras terug begint te groeien, zijn we in staat om een terrein van topkwaliteit te leveren. Dat zet sommige spelers aan om na de winterperiode bij ons te blijven spelen.’

Al meer dan 20 jaar in het vak
Xavier Denicourt is een jonge veertiger en zit al meer dan 20 jaar in de club. Na zijn tuinbouwopleiding in de buurt van Rijsel bezocht hij een golfterrein tijdens één van de stages en geraakte hij geboeid door deze sport. Hij volgde vervolgens een greenkeeperopleiding en liep stage op één van de beroemdste golfclubs van Frankrijk. De volgende stap was de golfclub du Hainaut waar hij startte als seizoenarbeider om dan via onderhoudstechnieker, adjunct- en uiteindelijk hoofdgreenkeeper te worden. Xavier: ‘Ik heb het geluk gehad dat ik hier toegekomen
ben tijdens de periode dat er veel werd uitgebreid. Ik heb bijna alle grote werkzaamheden, zoals de aanleg van de nieuwe beregeningsystemen bv. meegemaakt en heb op die manier een vrij compleet zicht op het terrein. We hebben gekozen voor een speelkwaliteit die stukken hoger ligt dan de standaard. Het terrein krijgt voorrang op alles. Omdat de club een vzw is, kan er ook gemakkelijk geïnvesteerd worden in het terrein en machines om aan deze kwaliteitseisen te voldoen.’

Fytogebruik zoveel mogelijk reduceren
Xavier vervolgt: ‘We hebben jarenlang zonder consulent gewerkt, maar onlangs heb ik Stéphane Rouen aangenomen als consulent om ons te helpen in het kader van het toekomstige zero fytogebruik. Concreet willen we nu al ervaring opdoen en tijd winnen bij iets wat in de toekomst verplicht zal worden. Vroeger waren kleur en groei van de grasmat de enige belangrijke parameters, tegenwoordig is het wel een stukje ingewikkelder. Tegenwoordig worden de greens grondig geanalyseerd om tekorten waar te nemen en ziektes te beperken. We proberen
steeds de gepaste dosis te gebruiken, maar blijven ook alert genoeg om deze niet zodanig te verlagen dat we in de problemen zouden geraken. Ik zoek ook innoverende producten die een beter resultaat geven. En dat is juist de meerwaarde van iemand zoals Stéphane Rouen. Hij is greenkeeper en heeft al heel wat ervaring opgedaan met het managen van zero fytogebruik. Stéphane ontwikkelde een volledige strategie, zowel voor meststoffen als fyto’s die berust op Amerikaanse en Schotse methodes. Het is een aparte aanpak die vruchten afwerpt. Bovendien heeft hij een zeer brede kennis van producten, waardoor we maar één aanspreekpartner nodig hebben en niet afhankelijk zijn van een of andere leverancier.’

Informatie winnen blijft onmisbaar.
Xavier geeft ook aan dat het belangrijk is om goed omringd te worden: ‘Als greenkeeper ben je genoodzaakt om zoveel mogelijk op je eigen terrein te blijven om alles nauwkeurig op te volgen. Ik vind het dus zeer belangrijk om omringd te worden door mensen die rondreizen en ervaring opdoen bij verschillende clubs. Die mensen brengen dan vaak nieuwe ideeën aan en deze kunnen dan aangepast worden in functie van onze eigen situatie. Voor mij is het een ideale manier om de speelkwaliteit van ons parcours verder te verhogen.’

Gemotiveerde mensen en eigen werkplaats
Een ploeg van 8 mensen is verantwoordelijk voor het onderhoud van en langs het parcours. Xavier: ‘In principe doen we alles zelf en besteden we niks uit voor zover het over het terrein gaat. Momenteel wordt een nieuwe parking gebouwd en dat wordt bijvoorbeeld wel uitbesteed aan een externe firma. Ik wil nog even meegeven dat we vorig jaar voor het eerst een vrouwelijke medewerker in onze onderhoudsploeg mochten verwelkomen. Ze volgde een specifieke opleiding in de Forem Espaces Verts in Ath. Die mensen beschikken over de nodige basiskennis en ik vind het dus logisch om ze een kans te geven. Verder hebben we een vaste technieker in dienst die verantwoordelijk is voor onderhoud en reparaties van de machines. In het begin moet er kennis opgebouwd worden, maar na verloop van tijd hebben we het voordeel dat de machines steeds optimaal onderhouden worden en dat er bovendien snel ingegrepen kan worden in geval van storingen.’

Machinekeuze en beregening
Xavier heeft ook een duidelijke kijk op machines: ‘We zijn niet merkgebonden. Als we een maaier kiezen, letten we op de maaikwaliteit, de betrouwbaarheid en ook de levensduur. We investeren bijvoorbeeld niet op basis van leasing of dergelijke en sommige maaiers zijn 25 jaar oud en draaien nog altijd perfect mee. Anderzijds investeren we wel jaarlijks in nieuwe machines. Voor green- of fairwaymaaiers opteren we voor machines die het best afgestemd zijn op onze kwaliteitseisen terwijl voor anderemachines, zoals transportvoertuigen bv. de nadruk meer gelegd wordt op de aankoopprijs in functie van het aantal uren die het voertuig op jaarbasis moet draaien. We werken voornamelijk met Toro machines en zijn hierover altijd tevreden geweest. Bovendien kent onze technieker deze machines tot in de details en konden we hierdoor een passende stock aan onderdelen opbouwen. Voor de bestuurders van de machines is het anderzijds ook gemakkelijker om altijd volgens éénzelfde logica met machines te rijden. In de toekomst zal het wel moeilijker worden om machines zelf te onderhouden omdat de elektronica niet meer weg te denken is. De aankoopprijs van een machine is bovendien redelijk hoog en de onderhoudskosten kunnen ook sterk verschillen. We kunnen ons dus geen misstap veroorloven. Verder vraagt de beregening heel wat aandacht, zeker omdat we op zandgronden zitten. De greens worden door een eerste reeks sproeiers van water voorzien terwijl de rand van de greens door een tweede reeks bediend wordt, met aangepaste waterhoeveelheden. Verder worden de fairways ook beregend. We investeerden onlangs in drie sensoren voor de greens die om de tien minuten gegevens verzamelen op twee verschillende dieptes, wat ons toelaat om te beregenen volgens het principe van ‘just in time’ en met de gevraagde hoeveelheid. Het heeft immers weinig zin om de meststoffendosissen optimaal te regelen, de snijhoogte en kwaliteit van de greens alle aandacht te geven als men achteraf de beregening niet nauwkeurig in het oog houdt!’

Inzicht van de greenkeeper zeer belangrijk
Xavier Denicourt wil nog graag meegeven dat het greenkeepen meer is dan wat onderhoudswerk: ‘Als greenkeeper moet je ook een volledig rapport over het afgelopen seizoen kunnen opmaken, de verschillende taken beoordelen, de komende investeringen kunnen evalueren, enz… Al deze parameters moet je zo fijn mogelijk kunnen interpreteren om het parcours verder te laten evolueren en de kwaliteit van de speleigenschappen te kunnen garanderen. Tijdens het seizoen werken we ook ‘à la carte’, met standaard, esthetische of extra modulaties op het parcours, voor specifieke ‘challenges’ bijvoorbeeld. De standaard eigenschappen zijn aangepast voor onze leden, terwijl de bal niet te vlug mag rollen tijdens sommige events omdat de commerciële mensen anders geen tijd hebben om met hun klanten te spreken tijdens het aflopen van het parcours. De klanten moeten zich niet aanpassen aan het parcours, het is aan ons om het parcours aan te passen in functie van de klanten die komen spelen! Tenslotte wil ik nog even meegeven dat we de laatste jaren heel wat inspanningen gedaan hebben om de heide, die vroeger talrijk aanwezig was op deze zandgrond, te integreren in het parcours. En het begint vorm te krijgen, waardoor we ons parcours een ‘aangepaste en natuurlijke touch’ kunnen geven en ons verder onderscheiden van andere clubs!’

De eerste GAB golfdag.

Beste sponsor,

Op 12 juni organiseert de GAB de eerste keer een golfdag voor de Belgische greenkeepers. La Bawette, Kempense golf, Ternesse golf, De Kluizen, Koksijde golf… zijn al paraat.

Natuurlijk kan ook u aanwezig zijn.

Hoe?
Het is de bedoeling dat de greenkeepers spelen, maar u kan ook aanwezig zijn om een kijkje te nemen, te supporteren en te netwerken met de greenkeepers. Ook na de wedstrijd wordt u nog verwacht voor een barbecue om na te praten in een ontspannen sfeer.

Waar moet u zijn?
Brussels Golf Club
Chaussée de la Hulpe/Terhulpsesteenweg 53A
1180 Bruxelles/Brussel

Wanneer?
Vanaf 14.30h kunnen de greenkeepers zich aanmelden. De eerste flight begint om 15.30h.
Van zodra de laatste spelers binnen zijn beginnen we aan de barbecue (+/- 19u).

Prijs?
50 euro per persoon. Gelieve u in te schrijven voor 5 juni en het gepaste bedrag te storten op rekeningnummer:
BE16 9792 5875 4474 (BIC: ARSPBE22)
Greenkeepers Association of Belgium
110 Chaussée de la Hulpe BE 1000 Bruxelles

Natuurlijk mag u ons ook altijd gadgets bezorgen. Wij zullen deze dan ook verzamelen en aan de deelnemers geven.

Interesse?
Wij hopen u natuurlijk in grote getale te ontvangen maar dit horen wij graag op voorhand. Dus gelieve daarom op onderstaande link te klikken en uw gegevens in te vullen.

Naam / Nom  :  *
Golf / Firma / Firme  :
Deelnemers / Participants  :
Email  :  *
 

Alvast vriendelijk bedankt en tot 12 juni.

het GAB-team

De eerste GAB golfdag – U bent er toch ook?

Beste Greenkeeper,

Op vrijdag 12 juni organiseert de GAB, een golf-wedstrijd voor de Greenkeepers.
Een namiddag vol plezier en natuurlijk een interessante prijzenpot dankzij onze sponsors.

Waarom zou u deelnemen?
Omdat u in een vrije sfeer een balletje kan slaan met of tegen uw collega’s. We houden het sportief en doen een 9 holes. Want na de wedstrijd wordt u nog verwacht voor een barbecue om na te praten in een ontspannen sfeer.

Waar moet u zijn?
In het centrum van ons land, in Ukkel, waar het KMI staat… Dus goed weer verzekerd!

Brussels  Drohme Golf Club, asbl
Chaussée de la Hulpe/Terhulpsesteenweg 53A
1180 Bruxelles/Brussel
www.bdgc.be

Wanneer kan u er invliegen?
Vanaf 14.30h kan u zich aanmelden. De eerste flight begint om 15.30h.
Van zodra de laatste spelers binnen zijn beginnen we aan de barbecue.

De centen?
GAB en haar sponsors bieden u de greenfee en de barbecue aan. De drankjes zijn wel voor uw rekening.

Interesse?
Wij hopen u natuurlijk in grote getale te ontvangen maar dit horen wij graag op voorhand. Dus gelieve daarom op onderstaande link te klikken en uw gegevens in te vullen.

Alvast vriendelijk bedankt en tot 12 juni.

het GAB-team

Naam / Nom  :  *
Golf / Firma / Firme  :
Deelnemers / Participants  :
Email  :  *
 

 

Hoe word ik lid van de GAB?

De Greenkeepers Association of Belgium (GAB) is een vereniging van greenkeepers en bedrijven actief in de golfsector.

Tijdens de wintermaanden (oktober-maart) organiseert de GAB een aantal vergaderingen met als doel “vorming van de leden i.v.m. golfbaanonderhoud en nieuwe evoluties” (machines, technieken, producten). Deze vergaderingen vormen tevens een gelegenheid om contacten met collega’s en mensen uit de sector te leggen of te onderhouden. Tevens is het abonnement op een vaktijdschrift inbegrepen.

Sponsoring GAB NL 2022

 

Nationale Grasdag 2015

Datum en thema van de 9de editie van de Nationale Grasdag zijn reeds gekend en het belooft opnieuw een demonstratiedag voor de professionele groenvoorziener te worden.

Donderdag 3 september 2015

Thema: Regeneratie in gazon – Een waaier aan oplossingen.

Waarom u dit event als groenvoorziener absoluut niet mag missen!

Een uitgelezen kans om alle nieuwe machines in werking te zien
U krijgt een persoonlijk antwoord op al uw vragen met betrekking tot grassen, zoden, bemesting, machines: kortom alles wat met gazon te maken heeft!
Ieder uur worden rondleidingen voorzien bij alle standhouders waarbij achteraf vrij kan rondgewandeld worden
Kennismaking met de beroepsverenigingen zoals AVBS, BFG en PCS die u als groenvoorziener van de nodige info voorzien
Mogelijkheid voor een informele babbel met collega’s en/of branchegenoten
En dit alles in de gekende gemoedelijke sfeer met een frisse pint en een lekkere friet

PRAKTISCHE INFORMATIE

Wanneer : Donderdag 3 september 2015 doorlopend van 10u30 tot 18u00
Adres : Jos Covelierstraat tegenover nr. 54 te Hove (Kontich)
Ruime parking voorzien op loopafstand van het demoterrein
Toegang is gratis, registratie verplicht via www.nationalegrasdag.be

Groen Techniek Holland 2015

Na een succesvolle eerste editie in 2013, vindt van dinsdag 8 tot en met donderdag 10 september 2015 GroenTechniek Holland plaats, Nederlands grootste vakbeurs voor groenprofessionals. De tweede editie van dit totaalevenement biedt alles voor aanleg en onderhoud van wat groeit en bloeit in de publieke ruimte.

‘GroenTechniek Holland’ is de door GTH georganiseerde beurs voor fabrikanten, agenten, importeurs, exporteurs, groothandelsbedrijven,uitgeverijen en overige dienstverleners die actief zijn op het gebied van:
• Aanleg en onderhoud van de openbare groene ruimte;
• Beheer en onderhoud van de openbare stedelijke ruimte;
• Goederen en diensten die passen in de bedrijfsvoering van bovengenoemde vormen van groen producten;
• Logistieke producten en diensten die nodig zijn om groen producten in op te slaan en/of direct aan andere partijen te leveren;
• Producten en diensten voor decentrale (schone) energie opwekking en energie teruglevering, zoals bijvoorbeeld meet- en regelapparatuur, productie- en distributiematerialen;
• Producten en diensten gerelateerd aan de diverse thema paviljoens geformuleerd door de beursorganisatie.
• Machines, installaties en benodigdheden voor bovenstaande vormen van aanleg en onderhoud dienen direct verband te houden met grondbewerking, bemesting, zaaien/poten/planten, gewasbescherming, snoeien, opslag, reinigen. Uitsluitend nieuwe machines, installaties en producten mogen worden tentoongesteld;

Goed bereikbaar voor iedereen: Walibi, Biddinghuizen centraal gelegen in Nederland

www.groentechniekholland.nl

Flanders Nippon Golf & Business Club Hasselt

De Demer bepaalt of er gespeeld wordt of niet.

Bron: GreenTechPower

De Golf van Hasselt ligt tussen de ring en het Albertkanaal in een stukje overstromingsgebied van de Demer. Deze relatief jonge golfclub dankt haar ontstaan aan het jumelageverdrag uit 1985 tussen de Japanse stad Itami en Hasselt. We gingen kijken naar het golfterrein dat doormidden gesneden wordt door de Demer en hadden een warm gesprek over de golf én de sector met hoofdgreenkeeper Eric Wuyts.

Flanders Nippon Golf: what’s in a name?
Op 5 april 1985 werd in het Japanse Itami het vriendschapsverdrag tussen Hasselt en die stad getekend. Deze jumelage werd op verschillende manieren geconcretiseerd: via uitwisselingen met jongeren, het inrichten van culturele manifestaties werd het plan opgevat om in Hasselt een Vlaams-Japans ontmoetingscentrum op te richten, waaronder een Golf en Business Club. Het initiatief tot de aanleg werd genomen door het stadsbestuur dat tevens instond voor de realisatie van deze golfbaan en van het bijhorend park.
Flanders Nippon Golf & Business Club werd opgericht als VZW op 8 juli 1987. De leden van deze golfclub waren in eerste instantie enkel bedrijven, zodat het golfterrein en het clubhuis ontmoetingsplaatsen waren voor zakenlui, maar na enkele jaren werden ook particuliere leden aangetrokken. Het clubhuis omvat alle golffaciliteiten met daaraan een conferentie- en seminarieruimte. Bij het ontwerp en de aanleg van het golfterrein had kwaliteit de absolute prioriteit. De gereputeerde golfarchitect Paul Rolin werd bijgestaan door Jacques Wirtz, één van de meest vermaarde landschapsarchitecten van België. Bij het ontwerp van de beplantingen werd bijzondere aandacht geschonken aan een harmonieus kleurenpalet tijdens alle seizoenen. Kort na de voltooiing in september 1987 werd Flanders Nippon Golf & Business Club meteen erkend door de Belgische Golffederatie. Door het stijgend aantal leden werd de Driving Range al gauw te klein en moest er dringend een aanpassing gebeuren. In 2004 werd besloten om een nieuwe infrastructuur te bouwen waar de leden hun basistechnieken konden verfijnen. Kort daarop was ook de puttinggreen aan vernieuwing toe. In 2008 werd een nieuwe puttingreen van 18 holes aangelegd voor het terras van het clubhuis. In al die jaren is het ledenaantal gestaag aangegroeid tot zo’n 900 leden nu.

De drempel verlagen
We spraken met Eric Wuyts, hoofdgreenkeeper op het terrein. De man die vroeger als zelfstandige voornamelijk gazons aanlegde, begon zo’n 7 jaar geleden als hoofdgreenkeeper op de Hasseltse Golf. Iemand die met kennis van zaken spreekt en niet benauwd is om zichzelf in vraag te stellen: ‘Ik zou zelf meer golf moeten kunnen spelen om te zien en te ervaren hoe de speler denkt. Die ziet enkel zijn bal en daar moeten wij rekening leren mee houden bij de aanleg en het onderhoud.’
De Hasseltse golfclub is geëvolueerd van een ‘zakelijke’ golfclub naar een club voor iedereen. Het bestuur doet er alles aan om van golf een sport voor het grote publiek te maken o.m. met een interessant en heel betaalbaar starterspakket om de jeugd aan te trekken. De praktijk leert dat de jeugd, iets voorbij de 20 jaar, begint af te haken als ze zich gaan settelen, trouwen en kinderen krijgen. Dan krijg je een leeg gat en komen de ‘young adults’, mensen van ongeveer 30 jaar die na de periode van kinderen krijgen en opvoeden terug in het sociale leven stappen. Senioren blijven in aantal speeluren uitgedrukt de meest actieve groep.

De Demer bepaalt of er gespeeld kan worden.
Heel het terrein is ongeveer 100 ha groot waarvan 30 ha speelgras, 30 ha bos, 40 ha water en vijvers en 10 ha paden, wegen en parking. Die 30 ha speelgras ligt in een gebied dat vroeger overstromingsgebied van de Demer was. Eén tot twee keer per jaar staat dat gebied voor de helft onder water. Endat de Demer wel degelijk ‘werkt’, konden we zien tijdens ons bezoek midden januari; het peil van die rivier kan in weinig tijd flink stijgen en het omringende terrein blank zetten. Takken en alles wat een rivier kan meespoelen, liggen dan verspreid over het terrein en in de bunkers. Alle hens aan dek voor de greenkeepers van Hasselt.
Eric Wuyts: ‘De greens liggen uiteraard hoog genoeg en krijgen nooit met overstroming te maken. In totaal beregenen we met ongeveer 10.000 m3 water per jaar. We doen dat manueel per green afzonderlijk om water te sparen. De fairways liggen lager en vallen zelden droog.’

Mechanisatie
Vroeger werd omzeggens alle onderhoud op het terrein in eigen beheer uitgevoerd. Enkel voor ‘groot’ kraanwerk werd beroep gedaan op onderaannemers. Vorig jaar werden er in Hasselt nog enkele tees veranderd. ‘Dat hebben we met onze eigen mensen zelf gedaan,’ vertelt Eric,’ het onderhoud van onze machines laten we door een extern bedrijf doen.’
Eric: ‘We zijn voor twee jaar met de berekening begonnen om te kijken of een eigen technieker nog wel rendabel was. Toen we met een eigen technieker werkten, moesten we onderdelen op stock hebben, een aangepaste werkplaats en een groot gedeelte van de tijd was die man aan het smeren of als extra man gras aan het maaien. Het gaf bij de andere chauffeurs een beetje het gevoel dat ze minder zorg voor hun machine moesten dragen –de mechanieker zal het onderhoud wel verzorgen- was een gedachte die af en toe de kop eens durfde opsteken. Met de nieuwere
machines waar meer techniek en elektronica aan zit, was de nood aan bijscholing ook veel groter. En op menselijk vlak kon het ook al eens gebeuren dat de eigen mekanieker zich iets te onmisbaar begon te voelen. Dat samen maakte dat we deze dingen zijn gaan uitbesteden. We zijn tot de conclusie gekomen dat we voor minder geld een extra greenkeeper konden aanwerven en alle groot onderhoud uitbesteden.’

Onderhoud van machines uitbesteden
Eric: ‘Dat bracht ons bij VDB Technics, een bedrijf dat ook het onderhoud van het machinepark van enkele naburige golfterreinen uitvoert. Zij halen de machines op en brengen ze terug als de herstelling of het onderhoud gebeurd is. Makkelijker kan het niet. De grote sterkte is hun soepelheid en service. In noodgevallen komen ze de machine ’s avonds ophalen en staat ze de volgende morgen hersteld weer op het terrein. Naar het eigen personeel toe heeft ieder nu de verantwoordelijkheid over zijn eigen machine gekregen. De machine reinigen en smeren hoort standaard bij de job van greenkeeper en dat werpt zijn vruchten af. We merken dat we op deze manier sneller aan onderhoud toe komen. De schade die we in het verleden hadden, situeerde zich vooral op vlak van drooggelopen lagers –dat zegt genoeg, zeker? Op jaarbasis hebben we meer dan de helft van het uurloon teruggewonnen door uit te besteden.’ Het risico op een plotse panne en een snelle service is iets waar Eric geen schrik van heeft: ‘Als we VDB Technics bellen, heeft de firma binnen de kortste keren een oplossing. Dat is in het verleden al gebleken.’

GreenTechPower: ‘Jullie kunnen op deze manier vrij-uit kopen en zijn niet merkgebonden. Hebben jullie ook overwogen om met een merkendealer te werken en daar op onderhoud te gaan?’
Eric: ‘Ja, en dat werkt ook wel, maar als we onze machines op winteronderhoud brengen, staan ze daar ook als een nummer in het rijtje tussen de particuliere grasmaaiers. Wij kunnen onze machines uiteraard niet missen van oktober tot april en dat maakt dat we daarvan afgestapt zijn. Er zijn weinig machinedealers die én particulieren én golfterreinen samen kunnen bedienen op vlak van service. De machines voor de golf zijn ook zo gespecialiseerd dat weinig machinedealers zich hierop durven toeleggen.’

GTP: ‘Gaan de machines nu langer mee?’
Eric: ‘Vroeger werd een machine elke 4 à 5 jaar vervangen. Nu onderhouden we ze beter en kunnen daardoor langer rijden. Uiteraard maakt een droog of heel groeizaam seizoen ook veel verschil uit op vlak van slijtage. De laatste 10 jaar is de techniek van de machines zo snel vooruitgegaan dat je verplicht was om te vernieuwen. Zonder dat de oude machine versleten was, kon het toch rendabel zijn om de machine te vervangen, al was het maar omwille van een hoger rendement, een betere werkkwaliteit of besparing op brandstof. En ik vrees dat we de nieuwe machines met veel elektronica op –ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat ik er wat wantrouwig tegenover sta- sneller zullen (moeten)vervangen dan vroeger.’

GTP: ‘Waarop baseer jij je om voor een bepaalde machine te kiezen?’
Eric: ‘In de eerste plaats kijken we naar de technische capaciteit, maar ook naar het gewicht van de machine omwille van de minder draagkrachtige ondergrond op sommige stukken van het terrein hier. Hoewel we een merkonafhankelijke service hebben, proberen we toch om zo weinig mogelijk verschillende merken te kopen. Minder verschillende merken en types geeft dat je op de duur je machines kent en de ene met de andere in geval van nood kunt depanneren. De prijzen van de verschillende merken liggen –op enkele honderden euro’s na- vrij kort bij elkaar. Elk van de drie golf-merken heeft zijn sterke punten en alle drie zijn ze even geschikt.’

GTP: ‘Machines uitwisselen of samen aankopen met naburige golfterreinen, geloof je daar in?’
Eric: ‘Uitwisselen niet, tenzij om elkaar tijdelijk uit de nood te helpen. Ik herinner mij dat er hier in het verleden gesprekken geweest zijn om samen met andere golfterreinen machines aan te kopen, maar dat blijkt in de praktijk moeilijk. Voor een veel gebruikte standaardmachine is het moeilijk omdat die dagelijks moet werken en dus niet gemist kan worden. Voor meer gespecialiseerde en dure machines zie ik wel de hoge investeringskost als reden voor een gezamenlijke aankoop, maar is de kans klein dat net die machine op alle terreinen nodig is:elk golfterrein is anders. En dan moeten we ook nog rekening houden met hoe je slijtage en kosten van machinebreuk met elkaar gaat verrekenen. Aan de andere kant kun je eveneens de vraag stellen of we samen meststoffen zouden kunnen aankopen en zo de prijs drukken. In de praktijk blijkt dat de verschillende golfterreinen verschillende bemestingsschema’s hebben, dus daar zouden we ook meer regelwerk en ergernis dan winst krijgen.’

GTP: ‘Firma’s die alle onderhoud van het terrein in opdracht van de golfclub uitvoeren, hebben jullie dat overwogen?’
Eric: ‘Ja, daar geloof ik ook in. Als je met een goede partner in zee gaat, kan het technisch onderhoud in veel gevallen even goed of zelfs beter zijn. Een groot kostenvoordeel is dat machines en meststoffen door die firma’s goedkoper kunnen worden ingekocht en zij ook steeds met het modernste materieel kunnen werken. Tot daar alleen maar voordelen. Het ‘meer-werk’ is echter moeilijk in te calculeren en daar loopt het in de praktijk vaak vast. De opdrachtgever zal van de aannemer vaak eisen dat het voor minder moet kunnen dan voorheen. De aannemer gaat dan besparen op onderhoud en dus zal de kwaliteit van het werk verminderen. Ideaal zou hier zijn om het onderhoud uit te besteden en 1 à 2 eigen mensen voor het onderhoud in dienst houden.’

GTP: ‘Hoe houd jij je kennis van machines, meststoffen, ziekten enz… bij?
Eric: ‘Ikzelf heb een tuinbouwkundige opleiding genoten. Die kennis vul ik aan met het opzoeken van zaken op het internet, door te netwerken met collega’s en contacten met leveranciers. Ik overleg ook met enkele collega’s in België en Nederland. Zo zit ik met enkele Nederlandse collega’s in twee overleggroepjes waarin we informatie uitwisselen. Dat is heel leerrijk en tamelijk actueel. Voor mij is het belangrijk om voldoende passie aan de dag te leggen om dingen te willen leren. Ik merk dat er in onze sector nog te veel op adviseurs wordt gerekend. Dat is prima om advies in te winnen, maar de beslissing over hoe je het concreet gaat invullen, moet je als hoofdgreenkeeper zelf durven nemen. Je mag jezelf niet afhankelijk maken van de adviseur. Dingen waar je minder van kent of die te veel kosten als je ze zelf zou doen–zoals in ons geval bv. de eigen mechanisatie- daarvoor vraag je advies of die besteed je uit.’

Bijstuderen en dure cursussen: bekijk het eens anders.
Eric: ‘Ik zie het zo: voor een goed beheer van je terrein is het nodig om waar mogelijk bij te studeren. Hoe meer kennis van verschillende domeinen je hebt, hoe onafhankelijker je wordt en dat levert je op termijn geld op. Mijn Nederlandse collega’s volgen opleidingen die naar onze normen veel geld kosten, maar met de kennis die ze daar opdoen, worden ze onafhankelijk van wat de adviseurs zeggen. Het geld dat wij jaar na jaar aan advies uitgeven, zouden we beter gebruiken om onze mensen op cursus te sturen. Dat motiveert hen en bovendien zullen we veel gerichtere beslissingen kunnen nemen. Dat geld verdient zich zo terug. Hoe beter je je terrein kent, hoe meer affiniteit je ermee krijgt en hoe meer het werken op een golfterrein tot een plezier kan worden. Daar kunnen we in België nog iets van leren –wij struikelen te snel over de prijs van een opleiding terwijl we door onkunde of onwetendheid aan de andere kant soms duizenden euro’s over de balg gooien.’

GTP: ‘Hoe werk jij dan?’
Eric: ‘Wij werken samen met een Nederlandse consulent die 4x/jaar langskomt. Hij neemt bodemstalen en helpt ons met het opstellen van de bemestingsschema’s. 3x/jaar doet hij opmetingen om de kwaliteit van het terrein te meten en de schema’s hierop aan te passen.’

GTP: ‘Wat zijn volgens jou de uitdagingen die op ons afkomen?
Eric: ‘Het Europese beleid over milieu, waarbij we als moeten bewust gaan meedenken en werken aan een eigen milieubeleid. Bij de aanleg kunnen we al rekening houden om zo onderhoudsvriendelijk mogelijk tewerk te gaan. We moeten niet wachten tot de overheid ons regels oplegt, maar zelf al rustig aan met minder spuitmiddelen werken. Ik hoop dat we als sector zelf het voorbeeld kunnen stellen om met minder chemicaliën te werken. In principe zijn we ook onderworpen aan de wet op het verminderen van het gebruik van pesticiden. (We hebben te
maken met verhardingen van meer dan 200 m2 en ons terrein is toegankelijk voor het publiek.) Voorlopig moeten we het met minder doen, maar op termijn zie ik ons nog naar een nulgebruik evolueren. Gaan we het zelf in handen nemen of wachten we (de wetgever) af?’

Golf de l’Empereur in Genappe

klare kijk op mechanisatie en bewust omgaan met fytoproducten

Bron: GreenTechPower

De Golf de l’Empereur in Genappe in Waals-Brabant bestaat al 25 jaar en strekt zich uit over een oppervlakte van zo’n 70 ha. De oude boerderijgebouwen doen nu dienst als clubhuis terwijl de eigenaars de oude schuur tot een hotel omtoverden. Wat ons het meest beviel, is dat men terechtkomt in een oase van rust, waar -ondanks de nabijheid van de verstedelijking en grotere wegen- geen enkel huis te bespeuren valt. Vandaar ook dat deze golfclub ook soms ‘le golf du bout du monde’ genoemd wordt. We hadden een boeiend gesprek met Pierre-Arnaud Gille, die al 22 jaar greenkeeper is voor de club.

Pierre-Arnaud Gille heeft inmiddels al zo’n 35 jaar ervaring. Na zijn studies in Frankrijk, deed hij zijn eerste ervaring op in de golf bij onze zuiderburen, voordat hij de uitdaging aanging in Genappe. De baan was toen nog maar twee jaar open en er moest nog heel wat gebeuren zoals de baan aanpassen aan de eisen van de golffederatie en zorgen voor de aanplantingen. De eerste jaren werden bijvoorbeeld niet minder dan 3.000 bomen aangeplant. Toen Pierre-Arnaud in 1992 in Genappe van start ging, was men bezig om, naast de toen bestaande 18 holes van ‘l’Empereur’, een 9-holes parcours onder de naam ‘la Hutte’, uit te bouwen.

Club volgeboekt
Alhoewel Waals-Brabant meerdere golfclubs telt, is de golfclub de l’Empereur al jaren volgeboekt. Zo’n 1.000 leden, waaronder ongeveer 700 voor de 18-holes en zo’n 300 voor de 9-holes, menige golfclub zou het zichzelf toewensen. Bovendien wordt er ook samengewerkt met andere clubs en met de zogenaamde Golfy-overeenkomsten zodat er ook heel wat mensen die geen lid zijn van de club toch hier komen spelen.
Pierre-Arnaud Gille: ‘Financieel gezien is het natuurlijk een goede zaak, maar het betekent ook dat we constant uitdagingen moeten aangaan op gebied van onderhoud. Omdat er dagelijks heel wat volk op de baan loopt, moet alles perfect in orde zijn, 7 dagen op 7, heel het seizoen door. De verwachtingen liggen hoog en ik zeg vaak ‘op een hoog niveau geraken is niet moeilijk, top kwaliteit blijven garanderen is een ander paar mouwen!’. Het moet gezegd dat de clubleden de onderhoudsploeg positief ontvangen, wat ons werk toch deels vergemakkelijkt en ons
tevens zin geeft om ons dagelijks voor 100 % in te zetten.’

Bewust omgaan met personeel
Zoals Pierre-Arnaud Gille het al aankaartte, zijn de eigenaars van de club echte zakenmensen. Er wordt dus ook bewust omgesprongen met personeelskosten. De vaste onderhoudsploeg bestaat uit vier mensen die voltijds werken en wordt aangevuld door nog eens vier halftijdsen, tussen maart en november. Pierre-Arnaud: ‘Tijdens het groeiseizoen hebben we extra arbeiders nodig om de maaiwerkzaamheden tot een goed einde te brengen. Meestal doen we dan beroep op schoolverlaters die een eerste ervaring komen opdoen en die op langere termijn ergens anders zullen gaan werken. Onze manier van werken laat ons toe om hoge arbeidskosten in de winter uit te sparen, maar impliceert wel dat er in het seizoen regelmatig andere mensen komen werken. Tijdens de winterperiode kunnen we met vier mensen de werkdruk goed aan. De baan is
grotendeels in orde en het heeft dan ook geen zin om greens, die voldoening geven, heraan te leggen om het personeel bezig te houden.’

Klare kijk op mechanisatie
Het machinepark wordt bewust efficiënt ingezet. De meeste machines, zoals de green- en fairwaysmaaiers, worden per twee ingezet. De nieuwe machines worden eerst drie jaar op de greens gebruikt en doen achteraf nog drie jaar dienst op de fairways. Op die manier worden de recentste machines altijd op de greens ingezet. Pierre-Arnaud: ‘Wat de gangbare machines aangaat, doen we meer en meer beroep op leasingcontracten met een full service. Het kan misschien duur lijken op het eerste gezicht, maar daardoor hoeven we niet in een uitgebreide
werkplaats te investeren en hebben we ook geen voltijdse technieker nodig. Omdat ons machinepark vrij recent is, zijn we doorgaans ook doeltreffender bezig en verliezen we minder tijd aan onderhoud en reparaties. Wat de keuze van de machines aangaat, spelen natuurlijk de prijs en de aangeboden service een rol, maar ik wil toch ook het belang van een goede relatie met de verkopers onderstrepen. Verder merk ik dat de gebruiksomstandigheden voor de machines totaal verschillend zijn in Europa in vergelijking met de Verenigde Staten, bv. en dat sommige Amerikaanse machines niet altijd aangepast zijn aan de Europese noden.’ ‘Naast deze klassieke machines hebben we ook een roughmaaier met een werkbreedte van 5 meter, die bij ons verantwoord is omwille van de grotere oppervlakte. De Vertidrain wordt aangedreven door een zwaardere trekker, die alleen nog voor deze werkzaamheden ingezet wordt. Verder beschikken we ook nog over een bezander, een spuit, enz…’

Onderhoud blijft verder evolueren.
Pierre-Arnaud begon eerst een landbouwopleiding in Frankrijk, gevolgd door een specialisatie in fytotechniek: ‘De kennis van de fytoproducten heeft me jaren goed geholpen om te begrijpen wat er in de grond gebeurt en vervolgens de beste oplossing proberen te zoeken. Als greenkeeper moet je altijd eerst ‘golf’ denken voordat je over het landbouwkundig aspect denkt. Ik zeg dikwijls dat we moeten weten tot waar we te ver mogen gaan. We mogen ook niet vergeten dat we voor de klanten-spelers werken. Het is dus noodzakelijk te weten wat de spelers juist willen. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om alles in te zetten op de rolsnelheid van de greens als de meeste spelers daar niet om vragen. Als greenkeeper moet ik zien dat ik iedereen tevreden kan stellen. Door de jaren heen is men bewuster gaan omspringen met het gebruik van fytoproducten en dergelijke. Vroeger werd daar bijna geen aandacht aan besteed, waardoor greenkeepers nog altijd als vervuilers aangezien worden; tegenwoordig worden zowel watervoorziening als fyto’s of meststoffen zo juist mogelijk berekend.’

Een klassiek werkschema
Het dagelijks werk op de baan wordt gestructureerd door een basiswerkschema, dat dan aangepast wordt in functie van de omstandigheden. Pierre-Arnaud: ‘We werken al jaren met Michel Poncelet als consulent. In ons geval werkt de combinatie consulent en greenkeeper uitstekend omdat we mekaar heel goed aanvullen en we dezelfde visie hebben om het parcours verder te laten evolueren. Ik zeg dan ook dikwijls dat ik de ‘mechanische’ aanvulling van Michel ben. De greens worden bijvoorbeeld 6 à 7 keer per week gemaaid op een maaihoogte van 3,5 tot 4,5 mm in functie van het seizoen. Tijdens de winterperiode passen we geen fungicidebehandelingen meer toe en de greens hebben tamelijk wat weerstand tegen zomerziektes omdat we meststoffen gebruiken die bacteriën bevatten. Tijdens het groeiseizoen worden de greens gemiddeld 4 keer belucht, bezand en achteraf doorgezaaid. We willen het spel zo weinig mogelijk verstoren. Dankzij onze aanpak hebben we misschien niet de snelste greens, maar blijven ze wel een heel seizoen in goede conditie, wat in mijn ogen toch belangrijker is. Met een gemiddelde oppervlakte van 600 m² zijn onze greens immers redelijk groot waardoor de rolsnelheid moeilijker te controleren is. Ik wil ook nog graag meegeven dat we de greens altijd met groomers maaien, waardoor we straatgras efficiënt bestrijden. Verder worden de fairways drie keer per week gemaaid op een hoogte van 12 mm, terwijl de roughs maximaal één keer per week gemaaid worden. In de loop der jaren werd de hoeveelheid meststoffen ook drastisch verlaagd. Vandaag zitten we aan ongeveer 200 eenheden stikstof per jaar voor de greens en aan minder dan 80 eenheden voor de fairways. Daarnaast worden jaarlijks bodemstalen genomen die dan als basis dienen om de meststofgift te berekenen. Natuurlijk worden alle dosissen vervolgens aangepast in functie van de omstandigheden. We zitten hier op een leemgrond die toch vrij speciaal reageert. Daarom vind ik het belangrijk om dagelijks in de praktijk te blijven. Ik zit bijvoorbeeld nog regelmatig zelf op een greenmaaier, het blijft immers de beste manier om de baan van dichtbij te inspecteren! Wat de beregening aangaat, hebben we het geluk dat we over een eigen vijver beschikken, die ongeveer 80% van de jaarlijkse waterbehoefte garandeert. De beregeningsinstallatie is vrij eenvoudig, maar geeft ons wel voldoening. Ik let er wel op om spaarzaam om te gaan met water. De greens worden beregend door 4 of 6 sproeiers die door 1 of 2 elektrokleppen bediend worden. De fairways worden juist genoeg beregend om hun groene kleur te behouden in de zomer.’

Als we Pierre-Arnaud Gille vragen hoe hij de baan verder ziet evolueren, is hij van mening dat er nog een paar kleine verbeteringen kunnen aangebracht worden: ‘We denken eraan om de bunkers iets anders aan te leggen of een paar kleine aanpassingen door te voeren. Verder hecht ik veel belang aan een perfect onderhouden golfbaan, het is de enige manier om verder te geraken en om gerenommeerde competities naar de club te brengen.’

Vgr-TopChanger

Vgr-TopChanger: beluchten en gaten vullen.

De VGR-TopChanger is de machine die meerdere bewerkingen efficiënter uitvoert dan soortgelijke machines. Ze belucht de bodem en stabiliseert onmiddellijk de gaten. Hierbij kan de machine tegelijk vaste of vloeibare, bodemverbeterende stoffen bij de wortel inbrengen. Doordat de machine direct bij de wortel inbrengt, worden de voedingsstoffen beter opgenomen. Hierdoor is er minder supplement nodig dan bij het strooien of uitvloeien.

De visie en ontwikkeling

Beluchten met meer efficiëntie en de bodem als basis voor een goede grasgroei: dat is de gedachte achter de TopChanger. Om minder hinder te veroorzaken bij de golfspelers bedacht VGR dat de beluchtingsgaten het best gestabiliseerd konden worden door deze af te vullen met zand en dat in dezelfde werkgang als het beluchten. Dit bleek met de traditionele beluchter niet eenvoudig. Dat leidde tot het concept van de TopChanger. Het hoofddoel was om zand in de bodem te krijgen met minimale hinder voor de spelers. Door dit ene probleem op te lossen, werden er ook andere voordelen zichtbaar. Met de TopChanger kunnen voedingsstoffen, wetting agents en bodemverbeteraars direct bij de wortel worden ingebracht.
bron: GreenTechPower

Golf- & Countryclub Oudenaarde

Golf- & Countryclub Oudenaarde.

Bron: GreenTechPower

Bio maakt sterker …

Dit is geen artikel over een of ander natuurproduct, maar onze indruk nadat we op de golf van Wortegem Petegem bij Oudenaarde een gesprek hadden met hoofdgreenkeeper Jozef Verhoest en Lieven de Clercq, beiden met een sterke landbouwachtergrond en dus thuis in het wereldje van groen en machines.

De eerste plannen voor een golfclub dateren van 1969, toen huidig voorzitter Lieven Santens het idee lanceerde om in Petegem een golfclub op te starten. De eigenlijke oprichting gebeurde in 1971 gevolgd door de aankoop van café ‘Den Anker’ dat gelegen was aan de bocht van de Scheldearm, met het doel daar eventueel het clubhuis op te richten. De ondernemer en zijn vennoten richtten de N.V. Immobiliën Golf- & Countryclub Oudenaarde op die het onroerend goed van de toekomstige golfclub moet beheren.
De volgende aankoop in 1974 betrof de gronden die binnen de oude Scheldearm lagen. Het Bestuur van Waters en Bossen zou het wateroppervlak en een strook van 5 meter langs beide oevers beheren zodat het stilstaande water ook toegankelijk voor vissers zou blijven. Midden 1974 werd een eerste voorstel van een pachtovereenkomst op het kasteel en een deel van het kasteelpark -dat uit 1847 dateert- opgesteld door Alain de la Croix d’Ogimont. Een jaar later werden de eerste 18 holes op zuivere grond opgebouwd in een afgesloten Scheldemeander. In Wortegem Petegem spreekt men immers van de oude (afgesloten) Schelde en de nieuwe Schelde.

In 1991 werd er uitgebreid van 18 naar 27 holes, deels in het kasteelpark en deels op aangekochte landbouwgronden langs en over de Scheldestraat. Een tweede uitbreiding gebeurde op de aangekochte landbouwgronden tussen het kasteelpark en de ‘Abdij van Beaulieu’. Drie jaar later werd het kasteel van de familie de la Croix d’Ogimont gekocht en de laatste 9 holes op zand en turf kwamen er in 2006 bij zodat deze golfclub anno 2014 twee 18 holesbanen, twee putting greens, een pratice area, een chippinggreen
en 4 oefenholes heeft.

GreenTechPower had een gesprek met Jozef Verhoest die al sinds 1975 op de golf van Oudenaarde werkt en Lieven de Clercq die er in 2001 is bijgekomen. Beiden zijn hoofdgreenkeeper en sturen een equipe van 9 medewerkers aan.

Jozef en Lieven zijn in het greenkeeperwezen ingerold, Jozef doordat hij in de loop van de jaren 70 betrokken was bij het grondwerk voor en aanleg van het golfterrein en langs die weg op de golf is gebleven. Lieven was rond 2000 ingehuurd voor grondwerken op het terrein en is zo beginnen prikken, de fairways maaien en is ondertussen verantwoordelijk geworden voor de aankoop van de machines en het onderhoud ervan. Jozef houdt zich vooral bezig met groen, bemesting en onderhoud van het
terrein.

Bio maakt sterker.

Tussen de regels door begrepen we dat Jozef Verhoest waar mogelijk voor bio gaat. Zijn uitleg.

Jozef: ‘Nu we hier op de golf gebruikmaken van bio-versterkende middelen, zien we dat de ziektedruk aanzienlijk afneemt. Die middelen maken onze planten –indirect- sterker en bovendien ervaren we dat ook in onze portemonnee. Vergelijk het met het preventief innemen van vitamines i.p.v. ziek te worden en dan medicamenten te moeten nemen. Het ene versterkt de mens en werkt preventief. Het andere verzwakt hem nog meer. Een ander punt waarop we ook ‘bio’ zijn is de verwarming van het kasteel; die
gebeurt met houtsnippers die we zoveel mogelijk recupereren uit hakselhout van ons eigen bosbeheer.’

Greens doorzaaien om te vernieuwen.

Vroeger werden de greens voornamelijk getopdressed met gedroogd filterzand. Dat is samengesteld uit ronde korrels, die minder stabiele greens geven en een onregelmatige wortelgroei. Nu gebruiken we voor een zware bezanding een mengeling van gezeefde lava 0/2 en witzand wat stabielere en meer homogene greens geeft. Deze zijn immers minder gevoelig voor droogte. De fijngezeefde lava houdt immers het water langer vast en geeft het af als de wortels het nodig hebben.

Lieven: ‘Op alle greens zijn we sinds 4 jaar begonnen met een programma om tijdens het groeiseizoen 1 keer per maand door te zaaien. Dat komt overeen met 4 tot 5 doorzaaibeurten per jaar. We zien dat dit een heel gunstig effect heeft omdat er ondertussen rassen van agrostis bestaan die de agressiviteit van het straatgras kunnen trotseren. Dat geeft dieper bewortelde greens en minder bloempjes van straatgras die de snelheid van de bal afremmen, kortom een betere balrol. Nu beginnen we met eerst te prikken voor het zaaien en daardoor in de grond meer ruimte ‘vrij te maken’ voor het graszaad; dat maakt het kiemen van het jonge gras veel makkelijker. Na het prikken bezanden we met wit zand en zaaien we door.’

GreenTechPower:
Het doorzaaien van de oudste greens loopt via een programma dat 4 jaar geleden begon. Wanneer zijn jullie dan rond?
Jozef: ’Wellicht nooit, want zelfs greens die je nieuw aanlegt, moet je na verloop van tijd terug inzaaien doordat het straatgras stilaan uitbreidt. Een green moet je blijven ‘vernieuwen’ om hem gezond te houden.’

Verticuteren en topdressen.

‘In principe verticuteren wij meerdere keren per week. Omwille van de speeldruk hebben we nu geïnvesteerd in een dubbel systeem. Het lukt ons om in één dag 40 greens te bewerken die we dan nog eens in twee richtingen verticuteren en eenmaal maaien met groomers. Om te topdressen hebben we een perfecte topdresser die zeer egaal strooit, daarna wordt er met een tapijt van 5 meter ingesleept, wat het zand heel fijn en egaal verdeelt over de geverticuteerde green. Daardoor krijgt het gras een betere
densiteit en verhoogt de snelheid van de green. We hebben ook geïnvesteerd in een goed bezandingssysteem om tegen heel lage dosissen het veld toch goed en snel bespeelbaar te maken. Dat geeft o.m. minder zandschade aan de maaiers, want door het maaien na het bezanden maak je immers de meeste slijtage aan je maaiers.’

Winter- en zomergreens.

De Golf- en Countryclub Oudenaarde heeft schitterende greens in het voorjaar die nauwelijks van de winter te lijden hebben en dat komt door het feit dat ze de zomergreens in de winter laten rusten. Van half november tot ten laatste de eerste week van maart wordt er enkel op de wintergreens gespeeld. Op vlak van onderhoud vergt dat natuurlijk extra moeite en manuren, maar dat loont. De wintergreens kunnen bovendien in de zomer als reserve gebruikt worden voor als er bv. onderhoud op een zomergreen dient te
gebeuren of als er een tornooi gespeeld wordt, … ‘Een mens kan ook niet blijven draaien zonder af en toe een weekje verlof,’ illustreert Jozef zijn uitleg over de wintergreens.

Beregenen.

GreenTechPower: Je sprak over een minimumberegening gecombineerd met het gebruik van een ‘wetting agent’?
Jozef: ‘Het doel van dat – ook bioproduct – is de oppervlaktespanning van de grasmat en de grond te doen afnemen; op die manier verbetert de opneembaarheid van water. Het is een soort ‘mals-maker’, vergelijk het met een harde spons die al een stukje nat gemaakt is en daardoor beter zal absorberen. Deze ‘wetting agent’ heeft ook een gunstige werking tegen ziekten en het gras heeft minder stress van de droogte: de waterhuishouding verloopt veel vlotter waardoor schimmels het moeilijker hebben om zich te ontwikkelen en vast te zetten.

Vooral op de eerst aangelegde greens waar we nog met oudere sproeiers zitten valt er bij de beregening altijd te veel water buiten de greens. Omdat de grond rond de green veel minder doorlatend is dan op de green zelf, kan bij te veel beregenen schade optreden door machines en spelers. Die minimumberegening gebeurt automatisch en, waar nodig, geven we manueel water bij.’

Fairways maaien met tractor en getrokken kooimaaiers.

Lieven: ‘De kans is groot dat wij de enige golfclub zijn waar nog gemaaid wordt met een combinatie van getrokken kooimaaiers; maar dat werkt naar behoren. Op vlak van onderhoud moeten deze maaiers om de 2 jaar geslepen worden, verder niets. Het maairesultaat is prima; één nadeel is dat als we ’s morgens bij dauw maaien dat we af en toe een plakje gemaaid gras op het veld achterlaten. Bij een aandrijving via de wielen begint de kooi pas te draaien van zodra de machine rijdt. Bij een aangedreven kooimaaier
daarentegen draait de kooi tegen een voldoende hoog toerental en wordt de dauw van het gras geblazen vooraleer het gemaaid wordt.’

Trend naar hybride.

De golfclub van Oudenaarde is stilaan aan het overschakelen naar hybride elektrisch aangedreven maaiers. ‘Het verbruik is in gelijkaardige omstandigheden tot 2/3 minder dan bij een gelijkaardige dieselversie met identieke werkbreedte die een hydromotor aandrijft,’ aldus Lieven, ‘bovendien is er met elektrisch aangedreven kooien geen risico meer op olielekken. Een nadeel is dat je zorg moet dragen om de elektrocontacten geregeld schoon te maken en in het spuiten met een beschermingsproduct tegen
waterinsijpeling. De machine enkel reinigen met perslucht is een mooi advies, maar in de praktijk krijg je die daarmee niet proper. Een bijkomend voordeel van deze hybride maaiers is de sterk verminderde geluidshinder, zowel voor onze medewerkers, buren als voor de spelers.’

Onderaannemers of zelf doen?

Lieven: ‘We kunnen niet alles zelf doen. Onze medewerkers, die een uitstekend team vormen, moeten ook hun concentratie bij het maaien houden en opvolgen of er bv. geen ziekten de kop opsteken of andere problemen. Daarom worden er bepaalde werken, zoals tijdens ons bezoek de aanleg van een nieuwe bunker en een schutwand, uitbesteed aan aannemers.